3. De verzekering duurt voort over de tijd gedurende welke de verzekerde tijdens zijn dienstbetrekking de overeengekomen arbeid tijdelijk niet heeft kunnen verrichten tengevolge van weersinvloeden, gebrek aan materialen en dergelijke omstandigheden.

Artikel 27

1. Op zijn verzoek wordt door het bestuur der bedrijfsvereniging van de verzekering vrijgesteld:

a. die bij de aanvang der verzekering ongeschikt tot werken of zwanger is; b. die de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt.

2. De in het vorige lid bedoelde vrijstelling wordt aan degene, die bij de aanvang der verzekering ongeschikt tot werken is, voor niet langer dan drie maanden, en aan degene, die bij de aanvang der verzekering zwanger is, vcor niet langer dan voor de duur der zwangerschap gegeven.

3. Degene, die lijdt aan een slepende ziekte, welke, zij het met tussenpozen, ongeschiktheid tot werken tengevolge heeft, of die dermate geestelijk of lichamelijk gebrekkig is, dat de normale kans op het verkrijgen van arbeid voor hem gering is, kan aan het bestuur der bedrijfsvereniging verzoeken van de verzekering te worden vrijgesteld voor zoveel ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid uit vorenbedoelde slepende ziekte of geestelijk of lichamelijk gebrek voortvloeiende betreft. Het besluit waarbij bedoelde vrijstelling wordt verleend, behoeft de goedkeuring van de Sociale Verzekeringsraad. Al hetgeen verder het verlenen der vrijstelling betreft wordt bij algemene maatregel van bestuur geregeld.

4. Het bestuur der bedrijfsvereniging reikt ingeval de vrijstelling 'van kracht geworden is, aan de aanvrager een bewijs uit vermeldende zijn naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede de slepende ziekte of het lichamelijk of geestelijk gebrek. Het model van dit bewijs wordt door Onze Minister vastgesteld.

5. Het bestuur der bedrijfsvereniging kan de krachtens het derde lid verleende vrijstelling te allen tijde intrekken, wanneer is gebleken, dat de redenen waarom vrijstelling werd verleend, niet of niet langer aanwezig geacht kunnen worden. Van deze intrekking wordt onverwijld mededeling gedaan aan de Sociale Verzekeringsraad.

Artikel 28

1. De verzekerde, die aanspraak maakt op ziekengeld of door wie in verband met het bepaalde in artikel 32 zodanige aanspraak eventueel zal kunnen worden gemaakt is verplicht zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek door een door het bestuur der bedrijfsvereniging aangewezen geneeskundige, zich op last van die geneeskundige tot het ondergaan van zodanig onderzoek te laten