6. Nederlandse taal en correspondentie:

a. kennis van de Nederlandse taal, blijkende uit voldoende vaardigheid om zich zonder grove taal- of spelfouten schriftelijk daarin uit te drukken;

b. enige vaardigheid in het stellen van brieven, waarbij het bezigen van eenvoudige handelsuitdrukkingen kan worden geëist.

Artikel 5

1. Het voldoen aan de in het vorige artikel vermelde eisen kan blijken uit het bezit van:

a. hetzij het middenstandsdiploma „Algemene Handelskennis”, ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond, de Nederlandse Rooms-Katholieke Middenstandsbond en de Christelijke Middenstandsbond in Nederland, mits dit de handtekening draagt van de gecommitteerde van Onze Minister;

b. hetzij een ander door Onze Minister aan te wijzen diploma, ten aanzien waarvan deze bij de aanwijzing kan bepalen, dat het de handtekening van zijn gecommitteerde moet dragen;

c. hetzij een door Onze Minister ter zake afgegeven verklaring;

2. Van een aanwijzing, als in het vorige lid, onder b, bedoeld, geschiedt mededeling in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 6

De minimum-eisen van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 3 der wet, omvatten voor het boekdrukbedrijf:

A. Theorie:

1. zetten:

a. kennis van de materialen, welke in handzetterijen en in machinezetterijen worden gebruikt; b. kennis van de meest voorkomende zetmachines en bijbehorende werktuigen, alsmede van de werking daarvan; c. kennis van de lettertypen en typografische maten; d. enige kennis omtrent het ontwerpen van drukwerk; e. kennis van de genormaliseerde correctietekens; ƒ. kennis van de inrichting van een zetterij;

2. drukken:

a. kennis van de kleurenleer, alsmede van de samenstelling van drukinkten; b. kennis van de meest voorkomende drukmachines, alsmede van de werking daarvan; c. kennis van de inrichting van een drukkerij;