of de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen ingestelde beroepen, alsmede betreffende de aan de deurwaarders toe te kennen vergoedingen voor hun verrichtingen ten behoeve van de Raad of voornoemde Commissie van Onderzoek;

2°. de werkkring en de bevoegdheden te regelen van de voorzitter, de leden en de secretaris van de Raad voor de Scheepvaart en van de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen, zomede van hun plaatsvervangers;

3°. de werkkring en de bevoegdheden te regelen van het hoofd en van andere ambtenaren van de scheepvaartinspectie in verband met hun arbeid bij de Raad voor de Scheepvaart en de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen;

b. De eerste zin onder b wordt gelezen:

vast te stellen de navolgende regelen, als bedoeld bij de artikelen 22, 23, achtste en negende lid, en 43, vijfde lid, der Schepenwet;

c. In artikel 1, tweede lid, worden na de woorden „secretaris van de Raad voor de Scheepvaart” ingevoegd de woorden „of van de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen” en wordt na de woorden „voorzitter van de Raad voor de Scheepvaart” een komma geplaatst, gevolgd door de woorden „onderscheidenlijk van de Commissie van Onderzoek”, terwijl „diens” wordt vervangen door „hun”;

d. In artikel 2, eerste lid, wordt na „Raad” ingevoegd: of de Commissie van Onderzoek. In het tweede lid vervallen de woorden „of aan de Commissie”, alsmede de woorden „of wier”, terwijl na „Raad” wordt ingevoegd: of de Commissie van Onderzoek. In het derde lid vervallen de woorden „en aan de Commissie”.

e. In artikel 3 wordt telkens na „Raad” ingevoegd: of de Commissie van Onderzoek.

ƒ. In artikel 4a wordt „artikel 47” vervangen door „artikel 36”.

g. Na artikel 16 wordt een nieuw artikel 16 bis ingevoegd, luidende:

Hetgeen in de artikelen 4 tot en met 16 wordt bepaald met betrekking tot de Raad voor de Scheepvaart wordt voor de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen bij Landsverordening geregeld.

li. Aan artikel 17 wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende:

Dit recht wordt ter zitting van de Commissie van Onderzoek in de Nederlandse Antillen namens het hoofd van de scheepvaartinspectie uitgeoefend door het districtshoofd aldaar.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking tegelijkertijd met de wet van 19 Juli 1950, Stb. K. 300.