STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

BESLUIT van 3 November 1952, houdende uitvoering van de artikelen 2 en 3 van de Wet bescherming bevolking fStb. 1952, No. 404).

Wij JULTANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 28 October 1952, No. U 1419, Afdeling Openbare Orde en Veiligheid, Bureau Algemene en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet bescherming bevolking (Stb. 1952, No. 404);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1. Als gebieden, waarin maatregelen tot verhoogde bescherming moeten worden getroffen, worden aangewezen de in de bijlage bij dit besluit telkens onder I vermelde gemeenten of delen van gemeenten.

2. Deze gebieden worden, voorzover zij meer dan één gemeente omvatten, overeenkomstig het aldaar gestelde tot A-kringen verenigd;

3. Het overige gebied des Rijks, voorzover in de bijlage telkens onder II genoemd, wordt in B-kringen ingedeeld.

Artikel 2

Ons besluit van 14 December 1951 (Stb. 1951, No. 561) wordt ingetrokken.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 3 November 1952.

JULIANA.

De Minister van Binnenlandse Zaken, BEEL.

Uitgegeven de veertiende November 1952.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.