HOOFDSTUK VI Diensttijden

(artikel 14, onder e, der wet)

Artikel 11

De tijden, gedurende welke de noodwachter gehouden is als zodanig dienst te verrichten, worden voor ieder onderdeel zoveel mogelijk vastgesteld en bekendgemaakt door het bevoegd gezag.

Artikel 12

1. Bij de regeling van de diensttijd, als bedoeld in artikel 11 wordt, zo mogelijk, in acht genomen dat deze in verband met de aard der werkzaamheden behoorlijk door rusttijd wordt onderbroken, alsmede dat op Zondagen de werkzaamheden worden beperkt tot die, welke onvermijdelijk zijn en voorts dat de noodwachter, zo mogelijk, op Zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk kan bezoeken.

2. Hetgeen in het vorig lid ten aanzien van het verrichten van werkzaamheden op Zondag is bepaald, geldt mede voor de diensten op de Nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag, waarop Onze verjaardag wordt gevierd.

3. Het bepaalde in de beide voorgaande leden van dit artikel vindt voor hem, die tot een kerkgenootschap behoort, dat de wekelijkse rustdag op de Sabbat of de Zevendedag viert, overeenkomstig toepassing onderscheidenlijk ten aanzien van de Sabbat of de Zevendedag.

Artikel 13

De tijd, gedurende welke noodwachters, bij oproep na calamiteit diensten verrichten, is van zodanige duur als, naar het oordeel van het bevoegd gezag, door de omstandigheden wordt vereist.

HOOFDSTUK VII Opleiding

(artikel 14, onder /, der wet)

Artikel 14

Onze Minister geeft, voor zover nodig, nadere voorschriften, betreffende de opleiding voor de functies in de noodwachten en de noodwachtstaven.