ƒ. voor ongehuwden in het onder e genoemde geval een halve dag;

g. bij ondertrouw van de noodwachter voor één dag en bij zijn burgerlijk en kerkelijk huwelijk tezamen voor vier dagen;

h. bij huwelijk van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad voor één dag, indien dit huwelijk wordt gesloten in, en voor ten hoogste twee dagen, indien dit huwelijk wordt gesloten buiten de standplaats van de noodwachter;

i. bij ernstige ziekte van echtgenoot, ouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, stief- en aanbehuwde kinderen;

j. bij overlijden van echtgenoot, ouders of kinderen, als bedoeld onder i, voor vier dagen, en van overige bloed- en aanverwanten tot de vierde graad ingesloten voor ten hoogste één dag; is de noodwachter bij overlijden van bloed- of aanverwanten tot de vierde graad ingesloten belast met de regeling van de begrafenis of (en) nalatenschap, dan wordt het buitengewoon verlof verleend voor ten hoogste vier dagen;

k. bij bevalling van de echtgenote voor ten hoogste twee dagen;

l. bij vijf en twintig of veertig jarig huwelijksfeest van de noodwachter voor één dag;

m. bij kerkelijke bevestiging en bij de Eerste Heilige Communie van de noodwachter, diens echtgenote, kinderen en stiefkinderen, voor één dag.

2. Buitengewoon verlof, al dan niet met behoud van beloning, kan bovendien worden verleend in gevallen, waarin daartoe volgens het oordeel van degene, die tot verlening van dat verlof bevoegd is, aanleiding bestaat. Indien dit verlof verleend is aan een noodwachter, die bij een gemeentelijke of kringnoodwacht is ingelijfd, wordt hiervan zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan Onze commissaris in de provincie onderscheidenlijk de gewestelijke raad.

3. Het krachtens dit artikel verleend verlof wordt niet in mindering gebracht op het in de artikelen 18—20 bedoelde verlof, behoudens in het geval bedoeld in het tweede lid van dit artikel, indien zulks bij het verlenen van dat verlof, is bepaald.

Artikel 24

Iedere noodwachter, die zich met verlof bevindt, is verplicht zodanige maatregelen te treffen, dat de mededelingen nopens de dienst hem steeds onverwijld kunnen bereiken.

Artikel 25

Aan de noodwachter, die ingevolge artikel 68 is geconsigneerd, wordt op Zon- en feestdagen en op andere dagen, waarop dienst als op Zondagen wordt verricht, op verzoek bewegingsvrijheid verleend, indien hij bij de op die dagen te verrichten onvermijdelijke diensten niet betrokken is, en indien de belangen van de dienst zich niet tegen zijn bewegingsvrijheid verzetten.