2. het kunnen geven van deskundige voorlichting aan het publiek inzake de samenstelling en de kwaliteit van parfumerieën, cosmetische artikelen en toiletartikelen.

Artikel 7

1. Het voldoen aan de in het vorige artikel vermelde eisen kan blijken uit het bezit van:

a. hetzij het diploma „Parfumeur”, uitgereikt door of namens de Stichting „Parfumerie-Vakexamens”, mits dit de handtekening draagt van de gecommitteerde van Onze Minister:

b. hetzij een ander door Onze Minister aan te wijzen diploma, ten aanzien waarvan deze bij de aanwijzing kan bepalen, dat het de handtekening van zijn gecommitteerde moet dragen;

c. hetzij een door Onze Minister terzake afgegeven verklaring.

2. Van een aanwijzing, als in het vorige lid, onder b, bedoeld, geschiedt mededeling in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 8

Het gedeelte van het in het derde lid van artikel 7 der wet genoemde bedrag, hetwelk ingevolge het bepaalde bij dat lid wordt uitgekeerd, wordt bepaald op de helft.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als „Vestigingsbesluit Kleinhandel in Parfumerieën, Cosmetische artikelen en Toiletartikelen 1952”.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die der uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 12 December 1952.

JULIANA.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, G. M. J. VELDKAMP.

Uitgegeven de negentiende December 1952.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.