De Middenstandsraad gehoord;

De Raad van State gehoord (advies van 25 November 1952, No. 37);

Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van 8 DsCember 1952, no. 48578 MSW, Directoraat-Generaal voor de Middenstand;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

1. Dit besluit verstaat onder:

uitoefening van het wagenbouwbedrijf: het ten behoeve van het publiek vervaardigen, veranderen of herstellen van wagens, of van aanhangwagens met uitzondering van de carrosserie, onder het een en ander niet begrepen de stoffering en de bekleding, het spuit-, het schilder- en het lakwerk;

uitoefening van het carrosseriebouwbedrijf: het ten behoeve van het publiek vervaardigen, veranderen of herstellen van carrosserieën, met uitzondering van de stoffering en de bekleding, alsmede van het spuit-, het schilder- en het lakwerk;

uitoefening van het autoplaatwerkbedrijf: het anders dan in de uitoefening van het carrosseriebouwbedrijf ten behoeve van het publiek vervaardigen, veranderen of herstellen van carrosserieplaatwerk;

uitoefening van het autospuitbedrijf: het ten behoeve van het publiek spuiten, schilderen of lakken van wagens, motorrijtuigen (uitgezonderd twee-wielige), aanhangwagens of onderdelen van deze voertuigen:

uitoefening van het autobekleedbedrijf: het ten behoeve van het publiek vervaardigen, aanbrengen of herstellen van stofferingen of bekledingen van wagens, motorrijtuigen, aanhangwagens, vliegtuigen of watertaxi’s;

wagens: voertuigen, met uitzondering van rijwielen, motorrijtuigen, aanhangwagens en kinderwagens;

motorrijtuigen: voertuigen, welke door een mechanische kracht, in of aan het voertuig zelf aanwezig, anders dan langs spoorstaven, worden voortbewogen;

aanhangwagens: voertuigen, bestemd om door een motorrijtuig t e worden voortbewogen, daaronder begrepen opleggers;

carrosserieën: de open of gesloten opbouw van motorrijtuigen, zomede de gesloten opbouw van aanhangwagens;