2. Van een aanwijzing, als in het vorige lid, onder b, bedoeld, geschiedt mededeling in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 6

De minimum-eisen van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 3 der wet, omvatten voor het lithografisch bedrijf:

A. theorie:

1. maken van beelddragers:

a. kennis van de materialen, welke bij het vervaardigen van beelddragers voor vlakdruk volgens de handlitho-overdrukmethode en de fotolitho-copiemethode worden gebruikt; b. kennis van de wijze, waarop beelddragers volgens genoemde methoden worden vervaardigd, alsmede van de voor de vervaardiging benodigde machines en apparaten en de werking daarvan; c. kennis van de kleurenleer; d. kennis van de inrichting van de voorbereidingsafdelingen;

2. drukken:

a. kennis van het vlakdrukprocédé; b. kennis van de samenstelling van drukinkten; c. kennis van de in de drukkerij-afdeling meest gebruikte machines , alsmede van de werking daarvan; d. kennis van de inrichting van de drukkerij-afdeling;

3. afwerken:

a - kennis van de wijze, waarop drukwerk dient te worden gesneden, gepreegd, gestanst en gevernist, alsmede van de hiervoor benodigde machines en de werking daarvan; b. enige kennis omtrent andere methoden op het gebied van afwerking van drukwerk;

4- papierkennis:

a - kennis van de meest voorkomende papiersoorten, haar samenstelling, eigenschappen en gramgewichten; b- kennis van de doeleinden, waarvoor deze papiersoorten worden gebruikt; c • kennis van de voor vlakdruk gebruikte standaardformaten; kennis van de papierverzorging; d.

calculeren en kostprijsberekenen: 5.

kennis van het vlakdrukcalculatieschema; kennis van de uurverantwoording, de kosten, welke op de erschillende afdelingen van een lithografisch bedrijf drukken en de erdeling van deze kosten; a. b.

6- grafische procédé's:

e nige kennis omtrent de overige grafische procédé’s;