wordt verhoogd met: Onderafdeling III. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE. Paragraaf 2. Overige uitgaven. Artikel 22 Representatiekosten..........ƒ 7 950 Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN. 27 Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen............... 200 000 28 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet ( Stb . 1927, no. 259) . . 23 910 AFDELING II. WETGEVING EN ANDERE JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 32 Bijdrage over 1951 in de kosten van het Internationaal Bureau der Unie tot bescherming van de Industriële Eigendom te Bern................. 830 AFDELING III. HANDEL EN NIJVERHEID. Onderafdeling II. INDUSTRIE EN GROOTHANDEL. Paragraaf 1. Algemeen Beheer. 45 Subsidie aan de Nederlandse Turfcentrale in verband met verplichtingen ten aanzien van op wachtgeld gesteld personeel..... 3 000 AFDELING IV. INDUSTRIALISATIE. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 67 Bijdrage aan hoofdstuk VI der Rijksbegroting in het subsidie aan de Nederlandse Centrale Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (artikel 3 der wet van 30 October 1930(5/6. no. 416) 50 000 en mitsdien gebracht op: ƒ 24 550 800 000 72 010 3 830 15 000 3 491 150