STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

BESLUIT van 20 December 1952, houdende overboeking van restanten van het Vierde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951 op het Vierde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952. (Departement van Justitie.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 11 November 1952, 4e Afdeling A, No. 2074;

Gelet op de wet van 20 Juli 1951, Stb. 309, tot vaststelling van het Vierde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951, zoals deze is gewijzigd;

Gelet op artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, No. 259);

Gezien het rapport van Onze Minister van Financiën van 17 December 1952, Generale Thesaurie, Dienst der Rijksbegroting, Afdeling Begrotingszaken, No. 164;

Hebben goedgevonden en verstaan:

De op de bij dit besluit behorende staat vermelde restanten op de artikelen van het Vierde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951 toe te voegen aan de daarnevens aangegeven artikelen v an Hoofdstuk IV der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952, vastgesteld bij de wet van 23 April 1952, Stb. 203.

Onze Ministers van Justitie en van Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 20 December 1952.

JULIANA.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

De Minister van Financiën,

VAN DE KIEFT.

Uitgegeven de zesde Januari 1953. De Minister van Justitie, L. A. DONKER.