vervoeren van de afvalproducten van de fabriekmatige verwerking van veldvruchten, van melk en van zuivelproducten;

4°. het laden en lossen in groepsverband van goederen; 5°. het oogsten van fruit en van andere land- en tuinbouwgewassen; 6°. het snijden van griendhout, het snijden en scheren van riet en het snoeien en rooien van bomen; 7°. het machinaal maaien, spuiten en fraisen; 8°. werkzaamheden in land- of tuinbouw, in deelarbeid verricht; 9°. het schonen van draineerbuizen; 10°. het selecteren van te velde staande gewassen; 11°. werkzaamheden, verbonden aan het klaarmaken van aardappelen, waaronder mede wordt verstaan het sorteren en vervoeren; 12°. het slachten van runderen, kalveren, schapen, paarden, varkens e.d., met bijbehorende werkzaamheden, verricht ten behoeve van één of meer ondernemingen.

Artikel 2. Het bepaalde in artikel 1 is niet van toepassing, indien en voorzover het bestuur der bedrijfsvereniging van oordeel is, dat degene, die de in dat artikel bedoelde werkzaamheden verricht, op grond van de omstandigheden, waaronder hij deze of andere werkzaamheden verricht, als zelfstandige is te beschouwen.

Artikel 3. Het Koninklijk besluit van 6 Juni 1950, Stb. K 201, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld bij artikel 2, derde lid, der Ziektewet, vervalt.

Artikel 4. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die der dagtekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst, en werkt terug tot en met 1 Januari 1953.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Sankt Anton, 29 December 1952.

JULIANA.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken, A. A. VAN RHIJN.

Uitgegeven de twintigste Januari 1953.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.