geconstrueerde afdelingen, welke voorzien zijn van „feeders”, overeenkomstig het bepaalde in lid 2, mits het ruim en deze afdelingen volkomen van elkaar zijn gescheiden.

7. De voorschriften van de hierna te noemen lichamen mogen in plaats van die, vervat in de voorafgaande leden van dit artikel worden opgevolgd, indien in de laadhaven uitdrukkelijk de eis wordt gesteld, dat deze met ter zijde stellen van andere voorschriften moeten worden nageleefd.

De lichamen zijn:

(a) het Britse Ministry of Transport; (b) de Port-Warden of Montreal; (c) de Board of Underwriters, New-York.

8. Bij het laden van gestorte goederen, welke gevaren van soortgelijke aard met zich brengen, moeten overeenkomstige maatregelen worden getroffen.

Artikel 99

Gevaarlijke stoffen 1. Ten aanzien van net vervoer van de in dit artikel genoemde stoffen gelden de onderscheidenlijk bij iedere groep in de leden 3 tot en met 11 gegeven voorschriften, alsmede de ingevolge het bepaalde in lid 15 door Onze Minister gegeven nadere voorschriften.

2. (a) Voor de toepassing van het in lid 3 bepaalde wordt, in afwijking van de omschrijving, gegeven in artikel 1 van dit besluit, onder passagiersschip verstaan een schip, dat meer dan 12 passagiers vervoert.

(b) Voor de toepassing van het in lid 4 tot en met 11 bedoelde wordt, in afwijking van de omschrijving, gegeven in artikel 1 van dit besluit, onder passagiersschip verstaan een schip, dat bestemd is voor het vervoer van een aantal passagiers, hetwelk groter is dan 1/10 van de meetlengte van het schip in voeten.

3. (a) Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder „ontplofbare stoffen”: vloeibare of vaste stoffen of mengsels van vloeibare stoffen, van vaste stoffen of van een of meer vloeibare met een of meer vaste stoffen, waarin zich, zonder dat toetreding van luchtzuurstof vereist is, onder warmte-ontwikkeling en drukverhoging een scheikundige reactie kan voortplanten, nadat die reactie ergens in die stoffen is aangevangen.

De ontplofbare stoffen worden vermeld in een in klassen en groepen ingedeelde lijst, welke door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie wordt vastgesteld.

(b) Ontplofbare stoffen, welke niet zijn vermeld op de in (o) genoemde lijst, mogen niet worden vervoerd.

(c) Onverminderd het bepaalde bij de Wet van 26 April 1884 (Staatsblad No. 81) en bij de krachtens deze wet uitgevaardigde voorschriften moeten ontplofbare stoffen zeevast worden gestuwd, verwijderd van de stoffen, bedoeld in de leden 4, 5, 7, 8, 9 en 10 on zodanig worden geborgen, dat zij gemakkelijk kunnen worden gewor-