BIJLAGE XX

SEINEN IN VERBAND MET DE VEILIGHEID VAN DE SCHEEPVAART

Artikel 1

Begin van elk sein Alle berichten, geseind krachtens artikel 128 van het Schepenbesluit, moeten worden voorafgegaan door het veiligheidssein TTT gevolgd door een aanwijzing van de aard van het gevaar en wel aldus: TTT IJs; TTT Wrak; TTT Storm; TTT Scheepvaart.

Artikel 2

Wijze van seinen 1. Bij de te verstrekken inlichtingen is de tijd in alle gevallen de middelbare tijd Greenwich.

2. Bij het seinen van berichten omtrent ijs, wrakken en andere onmiddellijke gevaren voor de scheepvaart moeten worden vermeld:

(a) de aard van het ijs, wrak of gevaar, dat is waargenomen; (b) de plaats, waar het ijs, wrak of gevaar het laatst werd waargenomen; (c) datum en tijd, waarop elke waarneming werd gedaan.

3. Bij het seinen van berichten omtrent tropische stormen (orkanen in West-Indië, typhonen in de Chinese zeeën, cyclonen in de Indische zeeën en stormen van overeenkomstige aard in andere streken) moeten worden vermeld:

(a) Het ontmoeten van een tropische storm. De verplichting tot mededeling moet ruim worden opgevat, zodat ook berichten moeten worden verzonden, indien er goede redenen zijn om te veronderstellen, dat een tropische storm in de nabijheid woedt. (b) De meteorologische inlichtingen. Aan de onder (a) bedoelde mededeling moet, voor zover mogelijk, met het oog op de grote waarde van juiste meteorologische gegevens om de positie en de richting van beweging van stormcentra te bepalen, toegevoegd worden:

(aa) de barometerstand in millibaren, Engelse duimen of millimeters met toevoeging „gecorrigeerd” of „niet-gecorrigeerd”; (bb) de verandering van de barometerstand gedurende de voorafgaande drie uren; (cc) de ware windrichting; (dd) de windkracht volgens de schaal van Beaufort; (ee) de toestand van de zee (kabbelend, golvend, aanschietend, hoog); (ƒƒ) de deining (laag, matig hoog, hoog) en de ware richting, waar zij vandaan komt. Periode of lengte van de deining (kort, matig lang, lang);