97

BESLUIT van 2 Maart 1953 tot wijziging van het Werktijdenbesluit Stuwadoorswet.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 October 1952, No. 1581, Afdeling Arbeidersbescherming;

Gelet op artikel 9 der Stuwadoorswet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 November 1952, No. 38);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 23 Februari 1953, No. 72, Afdeling Arbeidersbescherming;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

In het Werktijdenbesluit Stuwadoorswet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A. In artikel 1 wordt de punt aan het slot vervangen door een kommapunt en wordt aan het artikel toegevoegd:

„ „vrouwen”: vrouwelijke havenarbeiders van achttien jaar en ouder;

„jeugdige personen”: havenarbeiders beneden achttien jaar.”.

B. In artikel 2, eerste lid, wordt in plaats van „man” gelezen: „havenarbeider”.

C. Tussen de artikelen 2 en 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

„Artikel 2 a.

Een vrouw of een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten tussen 6 uur d:s namiddags en 7 uur des voormiddags.”.

D. 1. In artikel 3, eerste en derde lid, wordt telkens in plaats van „man” gelezen: „havenarbeider”.

2. In artikel 3, eerste iid, wordt tussen „arbeidstijd” en „betreft” ingevoegd: „van ccn man”.

E. In artikel 5, eerste en tweede lid, wordt telkens in plaats van „man” gelezen: „havenarbeider”.

F. In artikel 7, eerste lid, wordt in plaats van „man” gelezen: „havenarbeider”.

G. 1. In artikel 8, eerste lid, aanhef: wordt in plaats van „mannen” gelezen: „havenarbeiders” en na „2”, ingevoegd:

2. In artikel 8, tweede lid, wordt de punt aan het slot vervangen door een kommapunt en wordt aan het lid toegevoegd:

„e. door een jeugdig persoon beneden zestien jaar tien uren per etmaal en acht en veertig uren per week;

ƒ. door een jeugdig persoon van zestien of zeventien jaar of een vrouw tien uren per etmaal en vijf en vijftig uren per week”.

H. In artikel 10, eerste lid, wordt in plaats van „mannen” gelezen: „havenarbeiders”.

I. Tussen de artikelen 13 en 14 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

„Artikel 13 a.

Bij het verlenen van een vergunning ingevolge dit besluit wordt in acht genomen, dat een vrouw of een jeugdig persoon geen arbeid mag verrichten tussen 10 uur des namiddags en 5 uur des voormiddags.”.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 April 1953.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 2 Maart 1953.

1ULIANA.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken, A. A. VAN RHIJN.

Uitgegeven de zeventiende Maart 1953.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.

98

WET van 19 Februari 1953 tot vaststelling van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Landbouw-Egalisatiefonds voor het dienstjaar 1953.

Wij 1ULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat een afzonderlijke begroting van inkomsten en uitgaven van het LandbouwEgalisatiefonds voor het dienstjaar 1953 bij de wet moet worden vastgesteld en dat de inrichting dier begroting moet geschieden met inachtneming van de bepalingen der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259), voor zover daarvan bij de LandbouwCrisiswet 1933 niet wordt afgeweken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De begroting van uitgaven van het Landbouw-Egalisatiefonds voor het dienstjaar 1953 wordt vastgesteld als volgt:

TITEL B. BUITENGEWONE DIENST . . ƒ 297 559 OOP AFDELINGEN: I NADELIG SLOT.............. Memorie II AKKERBOUW...............104 074 000 III VEE EN VLEES.............. Memorie IV ZUIVEL, MARGARINE, VETTEN EN OLIËN 192 485 000 V TUINBOUW EN SIERTEELT....... Memorie VI VISSERIJ................. Memorie VII PLUIMVEE EN EIEREN.......... Memorie VIII OVERIGE UITGAVEN........... 1 000 000 IX KAPITAALSUITGAVEN.......... Memorie AFDELING I. NADELIG SLOT...... Memorie Artikel 1 Nadelig slot van de Buitengewone Dienst 1952 . Memorie AFDELING II. AKKERBOUW....... 104 074 000 2 Nadelig saldo op de aan- en verkoop van broodgranen en derivaten daarvan......... 66 349 000 3 Idem gerst, haver, mais en andere granen bestemd voor veevoeder............... 37 725 000 4 Idem veekoeken.....".......... Memorie 5 Idem eiwitvoeders.............. Memorie 6 Idem buitenlandse suiker........... Memorie 7 Idem aardappelmeel van de fabrieksaardappeloogst 1953 te verrekenen in volgende jaren . . . Memorie