AFDELING VII. PLUIMVEE EN EIEREN.

22 Heffingen tot dekking van uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het gebied van pluimvee en eieren. 23 Heffing op de uitvoer van producten. 24 Overige inkomsten.

AFDELING VIII. OVERIGE INKOMSTEN.

25 Heffingen ten behoeve van de Stichting voor de Landbouw, afdracht daarvan en voorschotten daarop. 26 Heffingen ten behoeve van de Stichting „Nationaal fonds voor de rundertuberculosebestrijding” en de afdracht van deze heffingen. 27 Heffing bij veehouders tot bestrijding van de onkosten verbonden aan de melkproductiecontróle, zomede van de onkosten verbonden aan de bestrijding van ziekten onder het rundvee en de afdracht van deze heffing. 28 Overige inkomsten.

AFDELING IX. KAPITAALSINKOMSTEN.

29 Aflossing van verstrekte credieten aan boomkwekers. 30 Aflossing van verstrekte credieten aan bloemkwekers. 31 Overige inkomsten.

Artikel IV'

De in deze wet omschreven middelen van de afdelingen, welke een commerciële boekhouding voeren, behoren, mits ontvangen vóór of op 31 December van het onmiddellijk op het dienstjaar volgende jaar, tot de dienst van het jaar, waarin zij opvorderbaar zijn geworden.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 19 Februari 1953.

JULIANA.

De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening,

MANSHOLT.

Uitgegeven de zeventiende Maart 1953.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 52/53, 2800C; Hand. II 52/53, bladz. 3015 t/m 3037, 3039 t/m 3065 en blz. 3075; Bijl. Hand. I 52/53, 2800C; Hand. 1 52/53, bladz. 3048.