^54

WET van 27 Maart 1953, houdende vaststelling van het Dertiende Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1953. (Departement van Overzeese Rijksdelen.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 126 der Grondwet de algemene begrotingen van de uitgaven des Rijks door de wet moeten worden vastgesteld en dat de inrichting dier begrotingen moet geschieden met inachtneming van de bepalingen der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, No. 259);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

Hoofdstuk XIII der begroting van uitgaven des Rijks voor het dienstjaar 1953, betreffende het Departement van Overzeese Rijksdelen, wordt vastgesteld als volgt:

TITEL A. GEWONE DIENST......ƒ 16109 580 TITEL B. BUITENGEWONE DIENST: I UITGAVEN VAN AFLOPEND KARAKTER . . Nihil II KAPITAALSUITGAVEN........... Nihil TITEL A. GEWONE DIENST........ 16 109 580 AFDELINGEN: I MINISTERIE................ 1 493 383 II MILITAIRE ZAKEN............ 912415 III SURINAME EN DE NEDERLANDSE ANTILLEN .................. 930 652 IV NIEUW-GUINEA............. 12 773 130 AFDELING I. MINISTERIE........ 1 493 383 Onderafdeling I. ALGEMENE LEIDING . 380 703 Artikel 1 Minister.................. 27 818 2 Personeelsuitgaven........ƒ 122 170 waarvan komt ten laste van Hoofdstuk III der Rijksbegroting. ... 4785 zodat wordt uitgetrokken.......... 117 385 3 Salarissen (inclusief sociale lasten) van ter beschikking van de Nederlands-Indonesische Unie en de Republiek Indonesië gesteld Rijkspersoneel ........... ƒ 51 310 waarvan komt ten laste van: de Nederlands-lndonesische Unie. ... ƒ 13 100 de Republiek Indonesië 38 210 51 310 zodat wordt uitgetrokken .......... Nihil 4 Bjjdrage aan Hoofdstuk III der Rijksbegroting in het subsidie aan de Koninklijke Vereniging „Instituut voor de Tropen” te Amsterdam .... 134000

5 Bijdrage aan Hoofdstuk VI der Rijksbegroting in het subsidie aan de Nederlandse Centrale Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (artikel 3 der wet van 30 October 1930 Stb. 416).................... 8 500 6 Bijdrage aan Hoofdstuk IX B der Rijksbegroting in het subsidie aan de Stichting Nationaal Luchtvaart Laboratorium te Amsterdam....... 90 000 7 Uitkeringen van bijzondere aard over het jaar 1953 3 000 Onderafdeling II. ADMINISTRATIEVE EN HULPAFDELINGEN VAN HET MINISTERIE 532 630 Paragraaf 1. Centrale Dienst ........ 398 200 8 Personeelsuitgaven........ƒ 408 770 waarvan komt ten laste van hoofdstuk XIIA der Rijksbegrotiug . . 10 570 zodat wordt uitgetrokken.......... 398 200 Paragraaf 2. Afdeling Comptabiliteit ..... 134 430 9 Personeelsuitgaven.......ƒ 134 430 waarvan komt ten laste van de Surinaamse begroting........ Memorie zodat wordt uitgetrokken.......... 134 430 Onderafdeling III. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE . 387 050 10 Toelagen aan ambtenaren aan wie buitengewone eisen worden gesteld............ 2 400 11 Algemene en specifieke uitgaven . ƒ 298 700 waarvan komt ten laste van hoofdstuk XII A der Rijksbegroting . . 16 350 zodat wordt uitgetrokken.......... 282 350 12 Kosten van buitenlandse reizen........ 85 000 13 Representatiekosten............. 5 000 14 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing................. 8 000 15 Bijdrage aan Hoofdstuk VII B der Rijksbegroting in de uitgaven ten behoeve van de verzekering van ambtenaren bij het reizen per vliegtuig, ingevolge het Koninklijk besluit van 15 Juni 1948 (Stb. / 240) 4 300 Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN. 193 000 16 Sociale lasten..........ƒ 152 265 waarvan komt ten laste van de diverse artikelen voor personeelsuitgaven ............ 152 265 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil 17 Uitkeringen op grond van artikel 95a Algemeen Rijksambtenarenreglement........... 1 000 18 Uitkeringen op grond van artikel 63 Arbeidsovereenkomstenbesluit ............... 25 000 19 Betalingen aan Rijkspersoneel, waartegenover geen arbeidsprestatie staat............ 132 000 20 Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen 15 000 21 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259)........... 5 000 22 Onvoorziene uitgaven............ 15 000 AFDELING II. MILITAIRE ZAKEN . . . 912 41 5 Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER . 10 31 9 23 Personeelsuitgaven.............. 10 470