STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

208

WET van 24 April 1953, houdende vaststelling van het Twaalfde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1953. (Departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 126 der Grondwet de algemene begrotingen van de uitgaven des Rijks door de wet moeten worden vastgesteid en dat de inrichting dier begrotingen moet geschieden met inachtneming van de bepalingen der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

Hoofdstuk XII der begroting van uitgaven des Rijks voor het dienstjaar 1953, betreffende het Departement van Sociale Zaken

en Volksgezondheid, wordt vastgesteld als volgt:

TITEL A. GEWONE DIENST........ƒ536 248 677 TITEL B. BUITENGEWONE DIENST: I. UITGAVEN VAN AFLOPEND KARAKTER . . 506 500 II. KAPITAALSUITGAVEN........... 3 446 500 TITEL A. GEWONE DIENST........ƒ536 248 677 AFDELINGEN: I MINISTERIE............... 3 218 300 II ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN . 32 608 III INTERNATIONALE ZAKEN....... 35 256 IV ARBEIDERSBESCHERMING....... 3 160 897 V ARBEIDSVERHOUDINGEN....... 2 160 330 VI SOCIALE VERZEKERING........ 338 959 449 VII VOLKSGEZONDHEID I (NATIONALE VOLKSGEZONDHEIDSZAKEN)..... 44 072 621 VIII VOLKSGEZONDHEID II (INTERNATIONALE VOLKSGEZONDHEIDSZAKEN) . . 99 434 IX RIJKSARBEIDSBUREAU......... 23 178 040 X EMIGRATIE............... 30 173 524 XI SOCIALE BIJSTAND EN COMPLEMENTAIRE ARBEIDSVOORZIENINGEN . . . 17 773 118 XIA RIJKSDIENST VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN.............. 73 385 100 AFDELING I. MINISTERIE........ 3 218 300 Onderafdeling I. ALGEMENE LEIDING . . 229 096

Artikel

1 Minister.................. 27 219 2 Staatssecretarissen............. 45 588 3 Personeelsuitgaven.............. 100 566 4 Algemene uitgaven............. 25 600 5 Personeelsuitgaven van het Bureau Werkgelegenheid .................... 25 673 6 Algemene uitgaven van het Bureau Werkgelegenheid 3 750 6A Aanschaffing van kantoormeubilair, -machines en stoffering van het Bureau Werkgelegenheid . . . 700 Onderafdeling II. ADMINISTRATIEVE EN HULPAFDELINGEN VAN HET MINISTERIE.................. 1 278 929 Paragraaf 1. Algemene Zaken ........ 591 759 7 Personeelsuitgaven............. 500 259

8 Algemene uilgaven .... Paragraaf 2. Comptabiliteit 9 Personeelsuitgaven .... 10 Algemene uitgaven .... 91 500 573 597 495 597 78 000 Paragraaf 3. Personeel ........... 113 573 11 Personeelsuitgaven............. 102 573 12 Algemene uitgaven............. 11 000 Onderafdeling III. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE . . 484 350 13 Toelagen aan ambtenaren, aan wie buitengewone eisen worden gesteld............ 9 100 14 Onverdeelde algemene uitgaven........ 210 000 15 Bijdrage aan hoofdstuk VII B der Rijksbegroting in de uitgaven ten behoeve van de verzekering van ambtenaren bij het reizen per vliegtuig, ingevolge het Koninklijk besluit van 15 Juni 1948 (Stb. I 240) 750 16 Representatiekosten............. 9 000 17 Aanschaffing voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing .................. 29 000 18 Kosten, verbonden aan in het buitenland te houden conferenties, alsmede voor naar het buitenland te maken dienstreizen............. 190 000 19 Uitgaven wegens dekking van kastekorten . . . Memorie 20 Bijdrage aan het Personeelsfonds....... 4 000 21 Diensten te verrichten door derden...... 25 000 22 Subsidiën in de kosten van in Nederland te houden congressen op sociaal gebied......... 7 500 Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN. . 1 225 925 23 Sociale lasten direct verband houdende met personeelsuitgaven . . . ƒ 3 411 479 waarvan komt ten laste van de diverse artikelen voor personeelsuitgaven............ 3 411 479 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil 24 Uitkeringen op grond van artikel 95a Algemeen Rijksambtenarenreglement.......... 7 500 24A Uitkeringen op grond van artikel 63 Arbeidsovereenkomstenbesluit .............. 450 000 24B Pensioenen en onderstanden aan voormalig Rijkspersoneel of hun betrekkingen......... 5 825 24C Betalingen aan Rijkspersoneel, waartegenover geen arbeidsprestatie staat............ 252 600 24D Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen 380 000 25 Uitkering aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten bedrage van 16,1% van de salarissen der ambtenaren, in dienst van de instellingen, genoemd in artikel 4, sub h en i, der Pensioenwet 1922 (Stb. 240) ƒ 2 500 000 Hiervan wordt terugontvangen van de betrokken instellingen..... 2 500 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil 26 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259)........ 105 000 27 Onvoorziene uitgaven............ 25 000 AFDELING II. ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN .............. 32 608 28 Personeelsuitgaven............. 30 808 29 Algemene uitgaven............. 1 800