STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

WET van 9 Mei 1953, houdende naturalisatie van Johannes Gijsbertus Bresser en 20 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Johannes Gijsbertus Bresser en 20 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 2 en 3 genoemden voor zoveel doenlijk — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 der wet van 12 December 1892 (Stb. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 December 1951 (Stb. 593);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1° Johannes Gijsbertus Bresser, geboren te Arnhem (Gelderland) 1 October 1899, eerste concertmeester van het Concertgebouworkest, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

2° Nestor Joseph Dellieu, geboren te Thon-Samson (België) 28 Augustus 1874, steenhouwer, wonende te Roermond, provincie Limburg;

3° Imre Farkas, geboren te Csenye (Hongarije) 31 October 1914, verpleger, wonende te Kerkrade, provincie Limburg; 4 Hedwig Antonia Frentrop, genannt Dicks, gescheiden echtgenote van Bernhard Theodorus Kelsch geboren te Recklinghausen (Duitsland) 7 September 1903, huishoudster, wonende te Utrecht, provincie Utrecht;

5° Christina Gremler, geboren te Borbeck, thans Essen-Borbeck (Duitsland) 24 October 1913, kloosterzuster, wonende te Oudenbosch, provincie Noordbrabant;

6° Max Franz Hoidn, geboren te Unterreichenstein (TsjechoSlowakije) 26 Augustus 1906, bierbottelaar, wonende te Hoensbroek, provincie Limburg;

1° Helene Kolle, weduwe van Arthur Manasse, geboren te Hombruch, thans Dortmund (Duitsland) 25 Juli 1909, marktkoopvrouw, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

8° Servaas Jozef Kuckelkorn, geboren te Kerkrade (Limburg) 28 September 1910, mijnwerker, wonende te Kerkrade, provincie Limburg;

9° Hermann Kiilbs, geboren te Ludwigshafen (Duitsland) 29 September 1920, kleermaker, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

10° Max Kywi, geboren te Kammthal (Duitsland) 22 Augustus 1899, horlogemaker, wonende op Curaqao, Nederlandse Antillen;

H Cl ara Auguste Emma Laup, geboren te Herford (Duitsland) 13 December 1899, huishoudster, wonende te Rijswijk, provincie Zuidholland;

12° Julius Mayeur, geboren te Sint Pieter, thans gemeente Maastricht (Limburg) 12 Augustus 1903, magazijnknecht, wonende te Maastricht, provincie Limburg;

13° Peter Paul Michalski, geboren te Bottrop (Duitsland) 6 Mei 1897, koopman, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

14° Ernst Rosenthal, geboren te Ibbenbüren (Duitsland) 14 Maart 1907, winkelier, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

15° Wolf Schuur, geboren te Bolechow (Polen) 25 October 1889, houthandelaar, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

16° Saly Ullmann, geboren te Duren (Duitsland) 19 Maart 1875, handelsagent, wonende te Utrecht, provincie Utrecht;

17° Andreas Wilhelm Ludwig Wendt, geboren te Rustringen (Duitsland) 17 April 1912, houder van een copieerinrichting, wonende te Apeldoorn, provincie Gelderland;

18° Engelbert Franz Wieser, geboren te Untereggendorf (Oostenrijk) 21 Augustus 1879, bankwerker, wonende te Eindhoven, provincie Noordbrabant.

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3°, der wet van 12 December 1892 (Stb. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 December 1951 (Stb. 593), wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1° Abraham Herschberg, geboren te Mlawa (Polen) 15 October 1922, inkoper, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

2° August Reinhard Gerhardt Volkstedt, geboren te Amsterdam (Noordholland) 5 November 1899, kantoorbediende, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

Artikel 3. Met uitbreiding van het bepaalde bij artikel 6 der wet van 12 December 1892 (Stb. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 December 1951 (Stb. 593), wordt bij deze de hoedangheid van Nederlander verleend aan Gerardus Joseph Mayeur, geboren te Maastricht (Limburg) 17 Juli 1931, bakker, wonende te Maastricht, provincie Limburg.

Artikel 4. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 9 Mei 1953.

JULIANA.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Uitgegeven de zes en twintigste Mei 1953.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 52/53, 2965; Hand. II 52/53, bladz. 2545; Bijl. Hand. I 52/53, 2965; Hand. I 52/53, bladz. 2221.