verzending door middel van vliegtuigen of met andere buitengewone diensten, waarvoor bijzondere kosten verschuldigd zijn:

1 ° voor brieven:

voor een gewicht tot en met 20 gram 25 cent en voorts voor elk volgend gewicht van 20 gram of restend gedeelte van 20 gram 15 cent daarboven;

2° voor briefkaarten: 15 cent voor elke kaart;

3° voor akten:

voor een gewicht tot en met 250 gram 25 cent en voorts voor elk volgend gewicht van 50 gram of restend gedeelte van 50 gram 5 cent daarboven;

4° voor gedrukte stukken:

a. nieuwsbladen en tijdschriften, welke voldoen aan de in artikel 1 van de Postwet (Stb. 1919 nr 543) voor nieuwsbladen gegeven omschrijving, boeken, vlugschriften, muziekstukken en landkaarten:

3 cent per 50 gram of restend gedeelte van 50 gram;

b. de overige gedrukte stukken: 5 cent per 50 gram of restend gedeelte van 50 gram;

5° voor Braille-drukwerken:

1 cent per 1000 gram of restend gedeelte van 1000 gram;

6° voor monsters:

voor een gewicht tot en met 100 gram 10 cent en voorts voor elk volgend gewicht van 50 gram of restend gedeelte van 50 gram 5 cent daarboven;

7° voor pakjes:

10 cent per 50 gram of restend gedeelte van 50 gram, doch voor elke zending onder een afzonderlijk adres niet minder dan 50 cent;

8° voor fonopostzendingen:

voor een gewicht tot en met 20 gram 20 cent en voorts voor elk volgend gewicht van 20 gram of restend gedeelte van 20 gram 12 cent daarboven.”.

2. Het vierde lid van genoemd artikel verval!.

3. De leden 5 t/m 8 worden respectievelijk genummerd 4 t/m 7.

Artikel 17. Na artikel 3 van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt een nieuw artikel opgenomen:

„Artikel 3 bis

A f metingen

De in artikel 48 van het Algemeen Postverdrag gestelde bepalingen inzake de minimum-afmetingen voor brieven, akten, gedrukte stukken, brailledrukwerken, monsters en pakjes worden toegepast met ingang van 1 Juli 1955.”.

Artikel 18. 1. In artikel 5, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „35 cent” gewijzigd in: „50 cent”.

2. Aan het derde lid van dat artikel wordt toegevoegd: „Iridien de afzender van een stuk na de terpostbezorging verzoekt bedoelde rechten voor zijn rekening te nemen, is voor elk stuk een recht verschuldigd van 35 cent.”.

3. In het vierde lid wordt „25 cent” vervangen door: „50 cent”.

Artikel 19. In artikel 10, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt in plaats van „15 cent” gelezen: „20 cent”.

Artikel 20. In artikel II, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „25 cent” gewijzigd in: „35 cent” en „35 cent” in: „50 cent”. In het tweede lid van dat artikel wordt „35 cent” gewijzigd in: „50 cent”.

Artikel 21. I. In artikel 17, tweede lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt in plaats van „artikel 3” gelezen: „artikel 10” en in plaats van „artikel 4”: „artikel 11”.

2. In het vierde lid van dat artikel wordt in plaats van ,.Indonesië enerzijds en de Nederlandse Antillen of Suriname anderzijds” gelezen: „Nieuw-Guinea of Indonesië enerzijds en Suriname of de Nederlandse Antillen anderzijds” en in plaats van „artikel 3”: „artikel 10”.

Artikel 22. In artikel 18, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „artikel 8” gewijzigd in: „artikel 2”.

Artikel 23. In artikel 19, tweede lid van het Internationaal Postbesluit 1946, wordt „een vast recht van 15 cent” gewijzigd in: „een vast recht van 20 cent” en wordt in plaats van „375 gulden” telkens gelezen: „250 gulden”.

Artikel 24. Artikel 20 van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt als volgt gelezen: „De postadministratie belast zich met de behandeling van dringende pakketten als bedoeld in de artikelen 2 en 28 van bovenvermelde Overeenkomst. Hetzelfde geldt voor de in artikel 16 van bedoelde Overeenkomst genoemde pakketten, die vergezeld gaan van een bericht van inscheping.”.

Artikel 25. 1. Artikel 21, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt als volgt gelezen:

„1. De afzender van een pakket, waarvan de waarde is aangegeven of dat met verrekening is belast, ontvangt kosteloos een bewijs van terpostbezorging; voor een zodanig bewijs voor een ander pakket is een recht verschuldigd van 15 cent.”.

2. In het tweede lid van dat artikel vervalt de laatste volzin.

Artikel 26. I. In artikel 22, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „ten bedrage van het port van een brief van enkelvoudig gewicht” gewijzigd in: „van 35 cent”.

2. In het tweede lid van dat artikel worden de eerste twee volzinnen als volgt gelezen:

„2. Wegens elk hier te lande ontvangen pakket, dat niet door de rechthebbende in ontvangst is genomen binnen een door de Directeur-Generaal te bepalen termijn, is per pakket een bewaarloon verschuldgid als voor een binnenlands pakket onder dezelfde omstandigheden is bepaald.”.

3. In het derde lid van dat artikel wordt „een recht van 15 cent voor elk pakket.” gewijzigd in: „een recht voor elk pakket gelijk aan dat, hetwelk, wegens elke herhaalde opneming in de gewone bestelling voor een binnenlands pakket is verschuldigd. Van de betaling van dit recht kan in bijzondere gevallen door de Directeur-Generaaal vrijstelling worden verleend.”.

Artikel 27. In artikel 24, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „Het deswege bij vooruitbetaling verschuldigde recht bedraagt 35 cent” gewijzigd in: „Bij vooruitbetaling is deswege verschuldigd, wanneer het pakket uit het buitenland is verzonden, een recht als voor een binnenlands pakket is vastgesteld, en wanneer het pakket naar het buitenland is verzonden, een recht van 50 cent.”.

Artikel 28. I. In artikel 25, eerste lid van hel Internationaal Postbesluit 1946 wordt in plaats van „40 cent” gelezen: „1 gulden”.

2. In het tweede lid van dat artikel wordt „25 cent” vervangen door: „50 cent” en in het derde lid wordt: „5, 3c lid” gewijzigd in: „5, 2e lid, 3e lid, eerste volzin.”.

Artikel 29. 1. In artikel 2Stcr, eerste lid van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „35 cent” gewijzigd in: „50 cent”.

2. In het derde en vierde lid van dat artikel wordt „15 cent” vervangen door: „25 cent”.

Artikel 30. In artikel 25 quater van het Internationaal Postbesluit 1946 wordt „35 cent” gewijzigd in: „50 cent”.