STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

326

BESLUIT van 8 Juli 1953, houdende toekenning van een tegemoetkoming over het jaar 1953 in de kosten, verhand houdende met ziekte, aan burgerlijk Rijkspersoneel. (lnterimregeling ziektekosten ambtenaren 1953).

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 4 Juni 1953, No. U 14755, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, afdeling Ambtenarenzaken, bureau I, daartoe gemachtigd door de Raad van Ministers;

Overwegende, dat over het jaar 1953 een tegemoetkoming behoort te worden verleend in de kosten, verband houdende met ziekte, aan allen, daaronder begrepen het personeel van inrichtingen voor onderwijs, wier bezoldiging bij de wet, door Ons, of van Onzentwege wordt geregeld, voorzover daarin niet reeds op andere wijze is voorzien;

De Raad van State gehoord (advies van 23 Juni 1953, No. 13);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 30 Juni 1953, No. 15183, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, afdeling Ambtenarenzaken, bureau I;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Dit besluit verstaat onder:

1. „belanghebbende”: degene, op wie dit besluit van toepassing is;

2. „gehuwde”: de belanghebbende, die op 1 September 1953 gehuwd is of ongehuwd en kostwinner;

3. „ongehuwde”: de belanghebbende, die op 1 September 1953' ongehuwd en geen kostwinner is;

4. „kostwinner”: de belanghebbende, wiens normale inkomsten tenminste 2/3 deel vormen van de totale inkomsten — met inbegrip van uitkeringen ingevolge sociale verzekeringen — van het gezin, waartoe hij behoort.

Artikel 2. Dit besluit is van toepassing op allen, daaronder begrepen het personeel van inrichtingen voor onderwijs, die als burgerlijk ambtenaar of krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in het jaar 1953 een betrekking bekleden, onderscheidenlijk hebben bekleed, waarvan de bezoldiging bij de wet is geregeld of door Ons of van Onzentwege wordt vastgesteld, met uitzondering van de volgende personen voor zolang zij voldoen, onderscheidenlijk hebben voldaan, aan de desbetreffende omschrijving:

a. degenen, die als direct of indirect verplicht verzekerden onder de werking van het Ziekenfondsenbesluit vallen; b. degenen, die zijn verzekerd ingevolge het Besluit Geneeskundige Verzorging Politie 1951; c. degenen, die algehele genees- of heelkundige behandeling uit hoofde van hun betrekking genieten; d. degenen, aan wie verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend; e. degenen, die zich — tenzij voor herhalingsoefeningen — in werkelijke militaire dienst bevinden;

/• degenen, wier betrekking — naar het oordeel van Onze Minister, hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur — als een nevenbetrekking dient te worden aangemerkt;

g. de gehuwde vrouwen, tenzij Onze Minister, hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur, in bijzondere gevallen, waarin daartoe naar zijn mening aanleiding bestaat,

de in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming voor ongehuwden dan wel die voor gehuwden toekent;

h. het personeel van inrichtingen voor onderwijs, indien en voorzover het aanspraak ontleent aan een door het bevoegd gezag over het jaar 1953 getroffen voorziening inzake een tegemoetkoming in de kosten verband houdende met ziekte;

met dien verstande, dat degenen, bedoeld onder a en c, voorzover zij zijn gehuwden in de zin van artikel 1 en alleen persoonlijk onder de werking van het Ziekenfondsenbesluit vallen, dan wel uitsluitend voor zichzelf algehele genees- of heelkundige behandeling uit hoofde van hun betrekking genieten, aanspraak behouden op de in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming voor ongehuwden, indien zij voorzien in het onderhoud van één persoon, en op de tegemoetkoming voor gehuwden in alle andere gevallen.

Artikel 3. Aan de belanghebbende wordt bij de uitbetaling van de bezoldigingen over de maand September 1953 een tegemoetkoming verleend tot een zodanig bedrag, dat — na aftrekking van de loonbelasting, verschuldigd ingevolge artikel 10, eerste lid, van het Besluit op de loonbelasting 1940 — over elke maand, gedurende welke hij in het jaar 1953 als zodanig in dienst is geweest, aan een gehuwde wordt uitgekeerd een bedrag van f 5.— en aan een ongehuwde een bedrag van f 2,50, met dien verstande, dat een gedeelte van een maand tot een gehele maand wordt afgerond en de tegemoetkoming over de maanden October, November en December bij wijze van voorschot wordt verleend.

Artikel 4. De in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming wordt uitbetaald door het orgaan, dat belast is met de uitbetaling van de bezoldiging van belanghebbende over de maand September 1953 dan wel laatstelijk met de uitbetaling van diens bezoldiging was belast, en komt voor rekening van het Hoofdstuk der Rijksbegroting, ten laste waarvan de bezoldiging van belanghebbende over de maand September 1953 komt dan wel diens bezoldiging laatstelijk kwam.

Artikel 5. De in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming wordt voor zover betreft het personeel van inrichtingen voor onderwijs, dat niet in Rijksdienst is, door het Rijk dan wel door de gemeenten vergoed op dezelfde wijze als ten aanzien van de bezoldiging is bepaald.

Artikel 6. Indien een belanghebbende als zodanig in dienst is in meer dan één betrekking, komt de tegemoetkoming voor rekening van het lichaam, ten laste waarvan zijn bezoldiging komt in de betrekking, waarin hij de hoogste bezoldiging geniet. Is de bezoldiging in alle betrekkingen dezelfde, dan komt de tegemoetkoming voor gelijke delen ten laste van de betrokken lichamen.

Artikel 7. Dit besluit kan worden aangehaald als „Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1953”.

Onze Ministers, hoofden van Departementen van algemeen bestuur, zijn, ieder voor zoveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 8 Juli 1953.

JULIANA.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

BEEL.

Uitgegeven de zeventiende Juli 1953.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.