gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 2 van tabel G V 2.

3. Het hoofd ener school, als in het eerste lid bedoeld, geniet, naar gelang aan zijn school het aantal wettelijk verplichte onderwijzers naast hem minder dan zes, dan wel zes of meer bedraagt, een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 2 en 3 van tabel G V 4. Zolang het hoofd als zodanig in dienst van dezelfde gemeente of hetzelfde schoolbestuur blijft, heeft vermindering van het aantal wettelijk verplichte onderwijzers geen vermindering van salaris ten gevolge.

Artikel 3

1. De onderwijzer ener school voor voortgezet gewoon lager onderwijs, die niet de akte als hoofdonderwijzer bezit, geniet een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn saiaris-anciënniteit is vermeld in kolom 2 van tabel G V 3.

2. De onderwijzer ener school, als in het eerste lid bedoeld, die de akte als hoofdonderwijzer bezit, geniet een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 4 van tabel G V 3, tenzij hij de bevoegdheid bezit tot het géven van lager onderwijs in ten minste één der navolgende vakken: frans, duits, engels, handenarbeid, lichamelijke oefening (akte S), handelskennis, landbouwkunde, tuinbouwkunde, vrouwelijke handwerken of huishoudkunde, en mits dat vak als verplicht in het leerplan der school is opgenomen, in welk geval zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salarisanciënniteit is vermeld in kolom 5 van tabel G V 3.

3. Het hoofd ener school, als in het eerste lid bedoeld, geniet, naar gelang aan zijn school het aantal wettelijk verplichte onderwijzers naast hem minder dan zes, dan wel zes of meer bedraagt, een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 6 en 8 van tabel G V 3, tenzij hij de bevoegdheid bezit tot het geven van lager onderwijs in ten minste één der navolgende vakken: frans, duits, engels, handenarbeid, lichamelijke oefening (akte S), handelskennis, landbouwkunde, tuinbouwkunde, vrouwelijke handwerken of huishoudkunde, en mits dat vak als verplicht in het leerplan der school is opgenomen, in welk geval zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 7 en 9 van tabel G V 3. Zolang het hoofd als zodanig in dienst van dezelfde gemeente of hetzelfde schoolbestuur blijft, heeft vermindering van het aantal wettelijk verplichte onderwijzers geen vermindering van salaris ten gevolge.

4. Bezit de in het tweede en derde lid bedoelde leerkracht voor meer dan één der in die leden genoemde vakken een bevoegdheid, dan geniet hij, mits dat vak als verplicht in het leerplan der school is opgenomen, een maandsalaris, dat naar gelang van het aantal dezer meerdere bevoegdheden telkens één regel lager staat, dan het bedrag, waarop hij volgens het voor hem geldende lid aanspraak heeft.

Artikel 4

I. De onderwijzer ener school voor uitgebreid lager onderwijs, die niet de akte als hoofdonderwijzer bezit, geniet een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 3 van tabel G V 1, tenzij:

a. hij de bevoegdheid bezit, hetzij tot het geven van lager onderwijs in drie der vakken frans, duits, engels, wiskunde of handelskennis, hetzij zodanige bevoegdheid in één dier vakken, benevens een hogere bevoegdheid voor een ander dier vakken, hetzij een hogere bevoegdheid voor twee dier vakken, in welke gevallen zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 6 van tabel G V 1;

b. hij de bevoegdheid bezit, hetzij tot het geven van lager onderwijs in twee dier vakken,hetzij een hogere bevoegdheid bezit voor één dier vakken, in welke gevallen zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 5 van tabel G V 1;

c. hij de bevoegdheid bezit tot het geven van lager onderwijs in één dier vakken, in welk geval zijn maandsalaris gelijk

is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 4 van tabel G V 1.

2. De onderwijzer ener school, als bedoeld in het eerste lid, die de akte als hoofdonderwijzer bezit, geniet een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 3 van tabel G V 2, tenzij:

a. hij de bevoegdheid bezit, hetzij tot het geven van lager onderwijs in twee der in het eerste lid, onder a, genoemde vakken, hetzij een hogere bevoegdheid voor één dier vakken, in welke gevallen zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 5 van tabel GV 2;

b. hij de bevoegdheid bezit tot het geven van lager onderwijs in één der voornoemde vakken, in welk geval zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld in kolom 4 van tabel G V 2.

3. Het hoofd ener school, als in het eerste lid bedoeld, geniet naar gelang aan zijn school het aantal wettelijk verplichte onderwijzers naast hem minder dan zes, dan wel zes of meer bedraagt, een maandsalaris gelijk aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 4 en 7 van tabel G V 4, tenzij:

a. hij de bevoegdheid bezit, bedoeld in het tweede lid, onder a, in welk geval zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 6 en 9 van tabel G V 4;

b. hij de bevoegdheid bezit, bedoeld in het tweede lid, onder b, in welk geval zijn maandsalaris gelijk is aan het bedrag, dat bij zijn salaris-anciënniteit is vermeld onderscheidenlijk in kolom 5 en 8 van tabel G V 4. In het geval, bedoeld in artikel 27, tweede lid, der Lager-onderwijswet 1920, geldt voor de toepassing van dit lid als aantal wettelijk verplichte onderwijzers het totaal aantal dezer onderwijzers aan beide scholen. Zolang het hoofd als zodanig in dienst van dezelfde gemeente of hetzelfde schoolbestuur blijft, heeft vermindering van het aantal wettelijk verplichte onderwijzers geen vermindering van salaris ten gevolge.

4. Bezit de leerkracht ener school, als bedoeld in het eerste lid, meer hogere of meer lagere bevoegdheden dan in het eerste, tweede en derde lid, onder a , bedoeld, dan geniet hij, mits dat vak als verplicht in het leerplan der school is opgenomen, een maandsalaris, dat naar gelang van het aantal meerdere hogere bevoegdheden telkens twee regels en naar gelang van het aantal meerdere lagere bevoegdheden telkens één regel lager staat, dan het bedrag, waarop hij volgens het voor hem geldende lid aanspraak heeft.

5. Bezit de leerkracht ener school, als bedoeld in het eerste lid, voor enig vak uit meerderen hoofde bevoegdheid, dan wordt alleen in aanmerking genomen de bevoegdheid, op grond waarvan het hoogste maandsalaris kan worden genoten.

6. Bezit de leerkracht ener school, als bedoeld in het eerste lid, een middelbare bevoegdheid voor Nederlandse taal, aardrijkskunde of geschiedenis, dan geniet hij een maandsalaris, dat naar gelang van het aantal dezer bevoegdheden telkens twee regels lager staat, dan het bedrag, waarop hij volgens de vorige leden aanspraak heeft.

Artikel 5

1. Het maandsalaris van de hoofden en onderwijzers aan wie het onderwijs in de derde schooltijd ener school of klasse voor schipperskinderen is opgedragen, wordt vermeerderd met het bedrag, dat hieronder is aangegeven, naar gelang van het aantal wekelijkse lesuren en de klasse der gemeente, waar de school is gevestigd.

Aantal wekelijkse lesuren Ie klasse gemeente 2e klasse gemeente 3e/4e klasse gemeente 6 f 65,— f 62,50 f 60,— 7 76, 73, 70,— 8 87,— 84,— 80 —