STAATSBLAD No. 491

VERBETERING

Op bladz. 861, artikel XVII,

2e regel,

staat: „ „mag eene vrouw” ” lees : „ „of eene vrouw” ”.

3e en 4e regel,

staat: „ „mag, met inachtneming van het bepaalde in artikel 59, een vrouw” ”

lees : „ „of, met inachtneming van het bepaalde in artikel 59, een vrouw” ”.

Op bladz. 861, artikel XVIII, laatste lid,

staat: „De voorwaarden sub 3e, 4e, 5e en 6e worden resp. vernummerd in 2e, 3e, 4e en 5e.”

lees : „De voorwaarden sub 3°, 4°, 5° en 6° worden resp. vernummerd in 2°, 3°, 4° en 5°.”.

’s-Gravenhage, 29 Januari 1954.

De Minister van Justitie a.i., BEEL.

Jaargang 1953.