STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

519 WET van 18 November 1953 tot nadere wijziging van het Vijfde Hoofdstuk der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952. (Departement van Binnenlandse Zaken.)

Wij JULIANA, bij de oratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzakelijkheid is gebleken van een wijziging van hoofdstuk V (Departement van Binnenlandse Zaken) der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952, vastgesteld bij de wet van 2 Mei 1952, Stb. 234, zoals het is gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De hierna vermelde artikelen van hoofdstuk V der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952 worden verhoogd als volgt:

TITEL A. GEWONE DIENST

wordt verhoogd met:

AFDELING I. MINISTERIE.

Onderafdeling I. ALGEMENE LEIDING.

Artikel

3 Personeelsuitgaven..............ƒ 75 Onderafdeling II. ADMINISTRATIEVE EN HULPAFDELINGEN VAN HET MINISTERIE. Paragraaf 2. Comptabiliteit en Algemene Zaken. 5 Personeelsuitgaven.............. 10 300 Onderafdeling III. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE. 9 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing .................. 106 000 11 Bijdrage aan hoofdstuk VI der Rijksbegroting in het subsidie aan de Nederlandse Centrale Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (artikel 3 der wet van 30 October 1930, Staatsblad no. 416)............ 3 538

Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN.

14 Uitkeringen op grond van artikel 63 van het Arbeidsovereenkomstcnbesluit......... 3 000 19 Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen 100 000 21 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet (, Staatsblad 1927, no. 259)......... 1 412 824 AFDELING II. BINNENLANDS BESTUUR. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 29 Kosten van commissiën........... 6 900 AFDELING III. FINANCIËN BINNENLANDS BESTUUR. Onderafdeling II. COMMISSARISSEN DER KONINGIN. 4-3 Personeelsuitgaven.............. 800

wordt verhoogd met:

AFDELING V. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID.

Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER.

47 Personeelsuitgaven.............. 1 100 Onderafdeling III. BURGERLIJKE VERDEDIGING. Paragraaf 3. Voorbereiding evacuatie burgerbevolking. 73 Kosten van de Centrale Evacuatie-Commissie ... 20 000 74 Kosten voorbereidingen noodtehuizen Centrale Evacuatie-Commissie ............ 33 900 76 Kosten vergoeding gemeentelijke evacuatie-voorbereidingen.................. 325 000

AFDELING IX. OVERHEIDSPERSONEELSZAKEN.

Onderafdeling I. AMBTENARENZAKEN.

124 Personeelsuitgaven.............. 3 600 Onderafdeling II. PENSIOENEN EN WACHTGELDEN. 128 Kosten van Commissiën............ 12 000

AFDELING X. CENTRAAL ORGAAN VOOR

RIJKSPERSONEELSAANGELEGENHEDEN.

Onderafdeling II. CENTRALE PERSONEELSDIENST.

142 Personeelsuitgaven (Rijkspsychologische dienst). . 8 000 AFDELING XI. HOGE RAAD VAN ADEL. 145 Personeelsuitgaven.............. 1 000 146 Algemene uitgaven.............. 1 500

OUD-HOOFDSTUK IX B.

AFDELING H. VERKEER- EN VERVOERDIENSTEN.

Onderafdeling IV. SPOOR- EN TRAMWEGEN. Paragraaf 1. Spoorwegen.

45 Toeslagen aan gepensionneerden van de N.V. Nederlandsche Spoorwegen........... 1 616 700 46 Kindertoelage aan gepensionneerden van de N.V. Nedcrlandsche Spoorwegen.......... 25 000

TITEL B. BUITENGEWONE DIENST I. UITGAVEN VAN AFLOPEND KAR \KTER.

AFDELING I. MINISTERIE.

Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN.

153 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet ( Staatsblad 1927, no. 259)......... 1 584 731

Artikel II

De hierna vermelde artikelen van het in Artikel 1 genoemde hoofdstuk worden verminderd als volgt:

TITEL A. GEWONE DIENST

wordt verminderd met:

AFDELING V. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID.

Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER.

51 Kosten Reserve-gemecntepolitie........ƒ 640 000