6. Eendeneieren mogen niet worden vervoerd in voorwerpen, waarin zich ook eieren van andere vogels bevinden.

Artikel 12. 1. Eendeneieren mogen noch aanwezig zijn in winkels of andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaatsen of op markten, waar deze eieren voor verbruikers worden verkrijgbaar gesteld, noch worden afgeleverd aan verbruikers, noch worden vervoerd met de kennelijke bedoeling aan verbruikers te worden afgeleverd, tenzij

a. gepasteuriseerd en krachtens de vergunning, bedoeld in lid 2, naar gelang van hun afkomst voorzien van een der duidelijk leesbaar en duurzaam aangebrachte stempels:

Eendenei

Gepasteuriseerd

onderscheidenlijk

Ganzenei

Gepasteuriseerd

waarbij het woord „gepasteuriseerd” desgewenst mag zijn afgekort tot „gepast.” en welke aanduiding moet zijn vergezeld van een kenteken, dat de pasteurisatie-inrichting aangeeft, of

b. naar gelang van hun afkomst voorzien van een der duidelijk leesbaar en duurzaam aangebrachte stempels:

Eendenei 10 minuten koken

onderscheidenlijk

Ganzenei 15 minuten koken

2. De in lid 1, onder a, genoemde stempels mogen slechts worden aangebracht, indien de eieren zijn gepasteuriseerd in een inrichting, waarvoor een schriftelijke vergunning is verstrekt door de directeur van de keuringsdienst, welke vergunning hij verleent, indien wordt voldaan aan de voorschriften in en krachtens de artikelen 18 tot en met 24 gegeven. Op het verlenen, weigeren of intrekken van deze vergunning is het bepaalde in artikel 4, lid 3, 2e en 3 e alinea, van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat in plaats van „gestelde voorwaarden” wordt gelezen „wettelijke voorschriften”.

Hangende het beroep mag geen der aanduidingen worden gebezigd; het gebruik van de in lid 1, onder b, genoemde stempels zal slechts zijn toegestaan tot een nader door Ons te bepalen datum.

3. Eendeneieren mogen niet worden af geleverd of vervoerd met de kennelijke bedoeling te worden afgeleverd aan een inrichting, waar eet- en/of drinkwaren worden bereid, indien deze inrichting niet in het bezit is van de ontheffing, bedoeld in artikel 4 van het Algemeen Besluit (Warenwet), tenzij de eieren zijn voorzien van een stempel, als in lid 1, onder a, bedoeld, aangebracht krachtens de in lid 2 bedoelde vergunning.

4. De volgens lid 1 als „gepasteuriseerd” of „gepast.” aangeduide eendeneieren mogen geen levende Salmonellabacteriën bevatten.

Zij moeten voldoen aan de eisen, gesteld in artikel 3, lid 3, onder b, c, d en g.

5. Gepasteuriseerde eendeneieren moeten, na te zijn voorben van het stempel, bedoeld in lid 1, onder a, door de houder v an de vergunning worden verpakt in kisten of dozen, welke steeds gescheiden moeten worden gehouden van kisten of dozen, waarin onbehandelde eieren worden verpakt of verpakt jt'jn geweest. In elke kist of doos, welke meer dan 30 eieren bevat, moet een certificaat aanwezig zijn, vermeldende naam

adres van de pasteurisatie-inrichting of een kenteken, dat teri genoegen van de directeur van de keuringsdienst deze pasteurisatie-inrichting aanduidt, benevens dagtekening en ohargenummer, als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a. VerPakkingsmateriaal voor gepasteuriseerde eieren mag nimmer z ! Jn gebezigd voor de verpakking van niet-gepasteuriseerde eieren.

6. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op eendeneieren, aanwezig op markten, waar deze eieren nagenoeg uitsluitend aan handelaren worden verkocht en waar verkoop aan verbruikers uitzondering is.

7. De stempels, in lid 1 bedoeld, moeten overeenkomen met de door Onze Minister, met de uitvoering van dit besluit belast, nader te geven voorschriften.

Artikel 13. 1. Primaire eiproducten mogen uitsluitend en moeten worden aangeduid overeenkomstig hun aard en toestand als „geheel ei” (of „eierstruif”), „eiwit” of „eierdooier” en indien zij in bevroren toestand worden af geleverd, als „bevroren”. Deze aanduidingen moeten worden begeleid door de naam van de vogelsoort of -soorten, waarvan het product afkomstig is.

Voorbeelden: kippeneierstruif; bevroren kippeneiwit.

2. Primaire eiproducten, voor zover bestanddelen van eendeneieren bevattend, mogen niet worden afgeleverd of worden vervoerd met de kennelijke bedoeling te worden afgeleverd aan:

a. winkels of andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaatsen of markten, waar deze producten voor verbruikers worden verkrijgbaar gesteld,

b. verbruikers,

c. inrichtingen, waar eet- of drinkwaren worden bereid, indien deze niet in het bezit zijn van de ontheffing, als bedoeld in artikel 4 van het Algemeen Besluit (Warenwet),

noch ook aanwezig zijn in de plaatsen, onder o en c bedoeld, tenzij zij zijn gepasteuriseerd en verpakt en de verpakking krachtens de vergunning, bedoeld in lid 3, is voorzien van de aanduiding „gepasteuriseerd”, desgewenst afgekorttot „gepast.”, onmiddellijk volgend op of voorafgaand aan de aanduidingen, welke het product krachtens lid 1 moet dragen.

Voorbeeld: gepast, eendeneierstruif.

Bovendien moet op de verpakking zijn aangegeven de naam en het adres van de pasteurisatie-inrichting of een kenteken, dat ten genoegen van de directeur van de keuringsdienst deze pasteurisatie-inrichting aanduidt, benevens een nummer, dat de dag, waarop het product is gepasteuriseerd en de charge aangeeft, in overeenstemming met de vermelding in het register, bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a.

3. De in lid 2 genoemde aanduiding „gepasteuriseerd” of „gepast.” mag op de verpakking van primaire eiproducten slechts worden aangebracht, indien deze zijn gepasteuriseerd in ?en inrichting, waarvoor een schriftelijke vergunning is verstrekt door de directeur van de keuringsdienst, welke vergunning de laatste verleent, indien wordt voldaan aan het bepaalde in en krachtens de artikelen 18 tot en met 24. Op het verlenen, weigeren en intrekken van deze vergunning is het bepaalde in artikel 4, lid 3, 2e en 3e alinea, van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat in plaats van „gestelde voorwaarden” wordt gelezen „wettelijke voorschriften”.

Hangende het beroep mag geen der aanduidingen worden gebezigd.

4. Primaire eiproducten mogen geen levende Salmonellabacteriën bevatten. Deze eis is niet van toepassing op primaire eiproducten, voor zover deze worden afgeleverd aan of worden vervoerd naar een pasteurisatie-inrichting of een inrichting voor de bereiding van eet- of drinkwaren, waaraan de ontheffing, bedoeld in artikel 4 van het Algemeen Besluit (Warenwet), is verleend. Primaire eiproducten moeten deugdelijk van samenstelling zijn en in deugdelijke toestand verkeren.

5. Primaire eiproducten mogen geen vreemde bestanddelen bevatten, met uitzondering van:

a. caroteen (carotine) of kleurstoffen, verkregen uit annatto;

b. een der stoffen keukenzout tot ten hoogste 3 %, suiker (saccharose) tot ten hoogste 3 %, natriumcitraat tot ten hoogste 3 % of boorzuur (desgewenst in combinatie met óf keukenzout of suiker) tot ten hoogste 1,5%;

c. mits het primaire eiproduct niet bevroren is: een der stoffen glycerol (glycerine) tot ten hoogste 3 %, zwaveligzuur