Artikel III

Gerekend van 1 Januari 1953 wordt het Toelagebesluit 1951 gewijzigd als volgt:

A. Het tweede lid van artikel 3 a wordt vervangen door:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op hen, aan wier amht een maximumsalaris dan wel een vast salaris is verbonden van meer dan f 870,—.

B. In het tweede lid, onder a, van artikel 4, wordt na het woord „allen” gelezen: voorzover zij geen ambt bekleden, waaraan een maximumsalaris dan wel een vast salaris is verbonden van meer dan f 870,— : 10J %.

C. Het tweede lid, onder a , van artikel 4 a wordt gelezen als volgt:

a. voor een belanghebbende van 23 jaar of ouder, een gehuwde belanghebbende beneden de leeftijd van 23 jaar en een ongehuwde kostwinner beneden de leeftijd van 23 jaar, allen, voorzover zij geen ambt bekleden, waaraan een maximumsalaris dan wel een vast salaris is verbonden van meer dan f870,— : 5 %.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag volgende op die van de dagtekening van het Staatsblad , waarin het is geplaatst.

Onze Ministers zijn, ieder voor zover hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 1 I December 1953.

JULIANA.

De Minister van Binnenlandse Zaken, BEEL.

Uitgegeven de twee en twintigste December 1953.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.