wordt verminderd met: 31 Specifieke uitgaven voor de eigen uitvoering van de dienst................... 60 000 Onderafdeling II. SCHEPEN EN VAARTUIGEN. Paragraaf 2. Rijkswerf te Den Helder. 33 Personeelsuitgaven.............. 1 500 000 34 Materiële uitgaven.............. 190 000 Paragraaf 3. Verificatie van 's Rijks zeeinstrunienten. 37 Materiële uitgaven.............. 245 000 Paragraaf 4. Overige exploitatiekosten. 38 Brandstoffen, smeermiddelen, electriciteit, gas, water................... 179 000 39 Herstelling van schepen en vaartuigen door particulieren .................. 670 000 Onderafdeling Hl. VLIEGTUIGEN. 41 Brandstoffen en smeermiddelen........ 600 000 Onderafdeling IV. BEWAPENING. 42 Personeelsuitgaven.............. 400 000 43 Materiële uitgaven.............. 1 480 000 Onderafdeling V. HANDELSBESCHERMING. 45 Materiële uitgaven.............. 300 000 Onderafdeling VII. VOERTUIGEN. 48 Materiële uitgaven.............. 200 000 Onderafdeling VIII. UITRUSTING. 50 Materiële uitgaven van de marine-magazijnsdienst 270 000 51 Uitrusting van schepen, vaartuigen en inrichtingen aan de wal................. 150 000 Onderafdeling IX. MARINE ELECTRONISCH BEDRIJF TE OEGSTGEEST. 52 Personeelsuitgaven.............. 110 000 53 Materiële uitgaven.............. 1 800 000 AFDELING IV. DIENST VAN HET PERSONEEL. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 57 Personeelsuitgaven.............. 36 000 Onderafdeling II. MILITAIR PERSONEEL. 60 Medailles, oorkonden en dergelijke...... 8 000 Onderafdeling III. INLIJVING EN AANNEMING. 62 Personeelsuitgaven.............. 22 000 63 Materiële uitgaven.............. 113 000 Onderafdeling IV. OPLEIDING. Paragraaf 1. Koninklijk Instituut voor de Marine. 64 Personeelsuitgaven.............. 215 000 Paragraaf 2. Overige opleidingen. 67 Materiële uitgaven.............. 250 000 Onderafdeling V. GEESTELIJKE VERZORGING. 70 Specifieke uitgaven voor de eigen uitvoering van de dienst.................. 9 000

wordt verminderd met: Onderafdeling VI. SOCIALE VERZORGING. 71 Uitgaven wegens demobilisatie........ 100 000 73 Begrafeniskosten en onderhoud van graven ... 9 000 Onderafdeling VII. BURGERPERSONEEL, NIET ELDERS VERMELD. 76 Personeelsuitgaven.............. 670 000 Onderafdeling VIII. MILITAIRE PENSIOENEN EN ONDERSTANDEN. 77 Wachtgelden voor militairen......... 9 000 AFDELING V. DIENST DER INTENDANCE. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 79 Personeelsuitgaven.............. 60 000 Onderafdeling II. VOEDING EN KLEDING. 82 Voeding en bewassing............ 1 040 000 84 Schadeloosstellingen aan personeel wegens verlies van particuliere eigendommen......... 8 000 AFDELING VI. GENEESKUNDIGE DIENST. Onderafdeling II. HOSPITALEN EN KLINIEKEN. 87 Personeelsuitgaven.............. 120 000 AFDELING VII. DIENST VAN HET LOODSWEZEN, ENZ. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 90 Personeelsuitgaven.............. 15 000 91 Algemene uitgaven............. 15 000 93 Voertuigen................. 8 000 Onderafdeling III. BETONNING, BEBAKENING, VERLICHTING EN ZEEMERKEN. 98 Personeelsuitgaven.............. 70 000 99 Materiële uitgaven.............. 10 000 100 Voeding en verpleging............ 7 000 103 Specifieke uitgaven voor de eigen uitvoering van de dienst................... 45 000 Onderafdeling IV. KUSTWACHT, WIND- EN STORMWAARSCHUWINGSDIENST. 105 Materiële uitgaven.............. 10 000 Onderafdeling V. RADIOPEILDIENST. 107 Materiële uitgaven.............. 6 OOÖ AFDELING VIII. DIENST DER HYDROGRAFIE. 109 Personeelsuitgaven.............. 120 000 Artikel III In voormeld hoofdstuk der Rijksbegroting worden de volgende onderafdeling en artikelen ingevoegd: In: TITEL A. GEWONE DIENST AFDELING IV. DIENST VAN HET PERSONEEL. Onderafdeling VI. SOCIALE VERZORGING, achter artikel 75: 75a Bijdrage aan Hoofdstuk VIII A der Rijksbegroting in de kosten van woningbouw ............ƒ 2 000 000 waarvan komt ten laste van de buitengewone dienst (artikel Wiquater) 2 000 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259).