2. Zij doet het advies vergezeld gaan van de schriftelijk ingebrachte bezwaren, benevens van een proces-verbaal van de mondeling ingebrachte bezwaren. 3. De in het eerste en tweede lid genoemde stukken zijn openbaar.

Artikel 23

1, Door de zorg van Gedeputeerde Staten.van de provincies, als bedoeld in artikel 19, tweede lid, worden afschriften van de in het vorige artikel genoemde bescheiden, alsmede van de in artikel 20 genoemde stukken, gedurende een maand ter griffie van deze provincies en ter secretarie van de gemeenten als bedoeld in artikel 19, tweede en derde lid, voor een iederter inzage gelegd. 2. Het tweede lid van artikel 21 is op deze nederlegging van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24

1. Binnen zes maanden na de ontvangst van het in artikel 22 bedoelde advies beslist Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister belast met de zorg voor de ruimtelijke ordening omtrent de aanwijzing bij met redenen omklede beschikking. Deze beschikking behelst een verwijzing naar een bijgevoegde kaart en naar lijsten als bedoeld in artikel 20, tweede lid onder a, b en c. Zij wordt bij aangetekend schrijven gezonden aan de in artikel 19, tweede en derde lid, bedoelde provincies en gemeenten, aan de leden van de in artikel 21, vierde lid, bedoelde commissie, alsmede aan degenen, die op de lijsten zijn vermeld als eigenaren, mede-eigenaren, zakelijk gerechtigden en persoonlijk gerechtigden. Daarnaast wordt de beschikking toegezonden aan degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend als bedoeld in artikel 21, vierde lid, tenzij publikatie hiervan plaatsvindt in de plaatselijke bladen. 2. De bestemming van het luchtvaartterrein kan bij de aanwijzing worden beperkt tot het gebruik door: a. bepaalde soorten van luchtvaartuigen; b. bepaalde vormen van luchtvaart. 3. Bij de aanwijzing kunnen voorschriften worden gesteld. Deze kunnen beperkingen inhouden ten aanzien van het gebruik van het luchtvaartterrein. 4. Alle beschikkingen betreffende een aanwijzing of een verzoek tot aanwijzing worden in de Nederlandse Staatscourant bekend gemaakt.

Artikel 24a

De gemeenteraden zijn verplicht, binnen een jaarte rekenen vanaf de dag waarop de aanwijzing van het luchtvaartterrein onherroepelijk is geworden, het als luchtvaartterrein aangewezen terrein met een dienovereenkomstige bestemming op te nemen in het bestemmingsplan. Artikel 40 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25

1. Bij de aanwijzing van het luchtvaartterrein wordt een geluidszone rond het luchtvaartterrein vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting door landende en opstijgende luchtvaartuigen een vastgestelde grenswaarde niet mag overschrijden, tenzij in de aanwijzing van het luchtvaartterrein het gebruik door van een voortstuwingsinstallatie voorziene luchtvaartuigen wordt uitgesloten. 2. Op de voordracht van Onze Minister belast met de zorg voor de milieuhygiëne, na overleg met Onze Minister worden bij algemene maatregelen van bestuur per luchtvaartterrein vastgesteld: a. de in het eerste lid bedoelde grenswaarde voor de maximaal toegelaten geluidsbelasting;