Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1978

365

Besluit van 5 juli 1978, houdende wijziging van het Besluit accijns van alcoholhoudende stoffen (Stb. 1963, 252)

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 mei 1978, nr. 078-848, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel 64 van de Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen (Stb. 1963, 240) en artikel 21 van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen (Stb. 1961, 31);

De Raad van State gehoord (advies van 31 mei 1978, nr. 18);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 3 juli 1978, nr. 078-1042, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Flebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Besluit accijns van alcoholhoudende stoffen (Stb. 1963, 252) 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A. In de aanhef wordt: 1°. na «18,» ingevoegd: 21,; 2°. na «56,» ingevoegd: 64,. B. Onder vernummering van artikel 41b tot artikel 41 h, wordt aan Floofdstuk I, na Afdeling 7, toegevoegd:

Afdeling 8

Vervoer, uitslag, inslag, voorhanden hebben met betrekking tot andere gebouwen, erven of besloten terreinen dan kredietpanden of entrepots.

Artikel 41b

1. Door document moet zijn gedekt: a. het vervoer van alcoholhoudende stoffen; b. de inslag in en de uitslag uit enig ander gebouw, erf of besloten terrein dan een branderij, distilleerderij van de eerste klasse, bergplaats of entrepot, van alcoholhoudende stoffen.