De aanduiding van die gevallen wordt door de burgemeester op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt en op ieder politiebureau ter plaatse voor een ieder ter inzage gelegd.

Artikel 4

De burgemeester geeft van de in artikel 2 bedoelde regelen en van de in artikel 3 bedoelde aanwijzingen kennis aan de betrokken districtscommandant van de Rijkspolitie en aan de betrokken wegbeheerders alsmede, indien de taak van de politie ten aanzien van het verkeer mede wordt vervuld door de Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie, aan de commandant van de Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie.

Artikel 5

De in artikel 2 bedoelde regelen en de in artikel 3 bedoelde aanwijzingen voorzien voor wat betreft de uitoefening van de in de artikelen 43a en 43b van de wet vervatte bevoegdheid tot overbrenging in de nodige samenwerking binnen de gemeente zowel tussen de in artikel 43a, eerste lid, en artikel 43b, eerste lid, van de wet bedoelde ambtenaren van Rijks- en gemeentepolitie onderling als tussen die ambtenaren en de betrokken wegbeheerders.

Artikel 6

Indien wegen voor doorgaand verkeer op het gebied van twee of meer gemeenten liggen, voeren de burgemeesters van de betrokken gemeenten over de uitoefening van de in de artikelen 43a en 43b van de wet vervatte bevoegdheid op die wegen overleg met de betrokken korpschefs van gemeentepolitie, de betrokken districtscommandanten van de Rijkspolitie, de betrokken wegbeheerders en, indien de taak van de politie ten aanzien van het verkeer mede wordt vervuld door de Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie, met de commandant van de Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie.

Artikel 7

De burgemeester wijst een of meer plaatsen van bewaring aan en geeft daarvan kennis aan de in artikel 4 van dit besluit genoemde autoriteiten.

Artikel 8

Bij het in bewaring stellen van een voertuig wordt aan degene die met de feitelijke bewaring is belast een schriftelijke verklaring afgegeven van de ambtenaar van politie op grond van wiens oordeel tot het overbrengen en in bewaring stellen van dat voertuig is overgegaan. Deze verklaring bevat:

a. een summiere omschrijving van het in bewaring te stellen voertuig; indien het een kentekenplichtig motorrijtuig betreft, houdt deze omschrijving in ieder geval in de vermelding van het merk en het kenteken van dat motorrijtuig; b. een opgave van de plaats van waar het voertuig is verwijderd en de datum en het tijdstip waarop de verwijdering heeft plaatsgevonden; c. een aanduiding van de omstandigheden die de verwijdering van het voertuig noodzakelijk maakten; d. een beschrijving van de staat waarin het voertuig zich bevond voordat tot verwijdering werd overgegaan alsmede een summiere opsomming van de zich eventueel in het voertuig bevindende losse voorwerpen.

Artikel 9

1. In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na het in bewaring stellen ten minste opgenomen: