ARTIKEL V

De Ambtenarenwet 1929 (Stb. 1929,35) 5 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt de punt achter onderdeel f vervangen door een puntkomma. Aan dat lid wordt een onderdeel toegevoegd dat luidt: g. de raden en de plaatsvervangende raden in de bijzondere kamer van het gerechtshof te Arnhem, bedoeld in artikel 73 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

B

In artikel 5, eerste lid, onder b wordt in plaats van «vier» gelezen: zes. In dat artikel wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat luidt: , 2. Artikel 5a van de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten is op het in het vorige lid onder b genoemde aantal ondervoorzitters van overeenkomstige toepassing. De bestaande leden 2 en 3 worden vernummerd tot 3 en 4. Aan het artikel wordt een lid 5 toegevoegd, luidend: 5. De artikelen 59h en 59i van de Wet op de rechterlijke organisatie zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL VI

De Beroepswet (Stb. 1955, 47) 6 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 4 wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: 2. Artikel 5a van de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten is op het in het vorige lid onder b genoemde aantal ondervoorzitters van overeenkomstige toepassing. De bestaande leden 2 en 3 worden vernummerd tot 3 en 4. Aan het artikel wordt een lid 5 toegevoegd, luidend: 5. De artikelen 59h en 59i van de Wet op de rechterlijke organisatie zijn van overeenkomstige toepassing.

Van artikel 7 worden de leden 2-4 vervangen door nieuwe leden 2-3 die luiden: 2. De voorzitter, de ondervoorzitters en de plaatsvervangende voorzitters moeten voldoen aan de opleidingseisen, geldend voor benoeming tot president, vice-president en rechter van een arrondissementsrechtbank. 3. De griffier moet voldoen aan de opleidingseisen, geldend voor benoeming tot griffier van een arrondissementsrechtbank, de substituut-griffier aan die, geldend voor benoeming tot substituut-griffier bij een arrondissementsrechtbank.

C

Aan artikel 24 wordt, onder nummering van de bestaande tekst als lid 1, een tweede lid toegevoegd, luidend: 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de vervanging van de griffier.