dat de beslissingen terzake van het vervullen van die fundamentele universitaire taken binnen de vakgroep dienen te worden genomen door hen die kunnen worden geacht terzake kundig te zijn en voor die beslissingen de verantwoordelijkheid te kunnen dragen, te weten degenen die vormen de vaste professionele kern: de hoogleraren, lectoren, houders van onderwijsopdrachten en de in vaste dienst benoemde wetenschappelijke medewerkers van de vakgroep;

dat inwilliging van het onderhavige verzoek om machtiging ten gevolge zou kunnen hebben, dat binnen de vakgroep beslissingen ter zake van onderwijs en onderzoek worden genomen, die niet worden gedragen door de instemmende medewerking van de vorenbedoelde vaste professionele wetenschapsbeoefenaren;

dat niet is gebleken dat in de bestuursorganisatorische opzet, waarop het verzoek om machtiging betrekking heeft, nog elementen zijn opgenomen die erop zijn gericht in het bijzonder het niveau van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te waarborgen;

dat gelet op het vorenstaande in de opzet, waarop het verzoek om machtiging betrekking heeft, het vereiste niveau van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek onvoldoende wordt gewaarborgd, hetgeen in strijd is met de strekking van de Wet universitaire bestuurshervorming 1970;

dat om deze reden het onderhavige verzoek om machtiging niet kan worden ingewilligd;

Gelet op artikel 55 van de Wet universitaire bestuurhervorming 1970;

Gezien het advies van de Academische Raad van 14 juli 1978, A.R.-1644;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Het in de brief van het college van bestuur van de gemeentelijke universiteit te Amsterdam van 5 april 1978, nr. 251972, met bijlagen, vervatte verzoek van de raad van die universiteit machtiging te verlenen om met betrekking tot de bestuursorganisatie van de faculteit der economische wetenschappen te mogen afwijken van het bepaalde in artikel 17, derde lid, van de Wet universitaire bestuurshervorming 1970, wordt afgewezen.

Onze minister van Onderwijs en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Soestdijk, 13 november 1978

Juliana

De minister van Onderwijs en Wetenschappen, A. Pais

Uitgegeven de zevende december 1978

De Minister van Justitie, J. de Ruiter.