NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Sinds enige tijd worden er eieren in de handel gebracht, voorzien van aanduidingen als «scharrelei» en dergelijke. Hiermee wordt beoogd tot uitdrukking te brengen dat deze eieren afkomstig zijn van kippen, die niet op een zogenaamde legbatterij worden gehouden, maar in zogenaamde strooiselschu ren. Dit zijn bedrijven waar met name een deel van de voor de kippen ter beschikking staande ruimte bestaat uit vloeroppervlak, bedekt met stro, zand of ander strooiselmateriaal. Op deze wijze wordt tegemoetgekomen aan bepaal de natuurlijke behoeften van het dier, met name de behoefte om te scharrelen.

Uit de huidige stand van de wetenschap op het gebied van de ethologie van kippen mag worden afgeleid dat zulks, uit een oogpunt van welzijn van het dier, een verbetering betekent ten opzichte van de situatie in legbatterijen (cf.: Rapport van de Commissie Veehouderij - Welzijn Dieren, pagina 133-137, Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek TNO, Den Haag, 1975). Onder welzijn van het dier worden dan in dit verband niet de fysiologische of diergeneeskundige aspecten begrepen, doch slechts de aspecten die rekening houden met de ethologische behoeften van de kippen, zoals de behoefte aan rust, vluchtmogelijkheid, afleiding enz. Opgemerkt zij, dat het niet voldoen aan deze behoeften anders dan bij de fysiologische en diergeneeskundige behoeften, in het algemeen niet met produktieverlies gepaard gaat.

Uit tal van factoren, met name uit de duidelijk waarneembare groei van het aanbod van scharreleieren in de detailhandel, valt af te leiden dat een naar onze mening niette verwaarlozen aantal consumenten bij hun koopgedrag met betrekking tot eieren ook aspecten als ethologisch welzijn van de kippen betrekken. Een dergelijk verschijnsel is in sommige van de ons omringende landen eveneens waar te nemen» De consument in het algemeen lijkt er derhalve mee gediend, indien hij de keuzemogelijkheid heeft tussen «gewone» eieren en scharreleieren. Dit zo zijnde, is het echter wenselijk, dat de consument ook zekerheid heeft, dat het ei, dat hij - vaak tegen een hogere prijs - als «scharrelei» koopt, inderdaad geproduceerd is op de wijze die hij veronderstellen mag. Deze zekerheid is bij de huidige stand van zaken echter niet aanwezig. Aan het ei zelf is immers voor de consument niet waar te nemen, op welke wijze het geproduceerd is.

Het is derhalve noodzakelijk te voorzien in een systeem waardoor een garantie wordt gecreëerd dat eieren, die als scharreleieren worden verhandeld, aan bepaalde criteria voldoen met betrekking tot het (ethologisch) welzijn van de betrokken kippen. Door een dergelijke garantie wordt de afzet van deze produkten bevorderd. Het onderhavige besluit strekt ertoe dit te bereiken door regelen te stellen met betrekking tot de aanduiding.

Ingevolge artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet betreft een regeling de kwaliteit van een produkt onder meer, indien zij - zoals in het onderhavige besluit - betrekking heeft op een aanduiding, die het desbetreffende produkt kwalificeert.

De opzet van het besluit is dat in beginsel voor eieren geen enkele andere aanduiding, in welke vorm dan ook, dan de aanduiding «scharreleieren» of «scharrelei» mag worden gebezigd om te doen uitkomen dat de desbetreffende eieren zijn geproduceerd onder omstandigheden welke het welzijn van de kippen ten goede komen.

De benaming scharrelei is gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het inmiddels bij de consument gegroeide begrip daaromtrent.

Het gebruik van de aanduiding scharreleieren is aan bepaalde voorwaarden onderworpen inzake de inrichting van de bedrijven, waar de eieren zijn geproduceerd en inzake de wijze waarop de desbetreffende legkippen dienen te worden behandeld. De Minister van Landbouw en Visserij kan nadere regelen stellen ter zake.