h. het in samenwerking met de Wereldomroep, onder voorbehoud van goedkeuring door Onze minister, vaststellen van normen voor de honorering van losse medewerkers aan de instellingen die zendtijd hebben verkregen en de Wereldomroep, voorzover op hen niet een collectieve arbeidsovereenkomst als bedoeld onder g van toepassing is; i. de vertegenwoordiging, in overleg met Onze minister, van de instellingen die zendtijd hebben verkregen en de Wereldomroep als geheel in internationale organisaties op het gebied van radio en televisie door middel van zenders en in vergaderingen of bijeenkomsten die ten doel hebben een zodanige organisatie in het leven te roepen; j. het ter beschikking stellen van programma's aan het buitenland».

Y

Het eerste lid van artikel 42 wordt gelezen:

«1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 zijn de besluiten van het bestuur van de Stichting bindend voor alle instellingen die zendtijd hebben verkregen, voorzover deze hun aangaan».

Artikel 43 wordt gelezen: «1. De raad van beheer van de Stichting is belast met de dagelijkse leiding van de werkzaamheden van de Stichting en de uitvoering van de besluiten van het bestuur; het college is terzake verantwoording schuldig aan het bestuur van de Stichting. 2. De raad van beheer wordt samengesteld uit leden van het bestuur der Stichting en bestaat uit vijf dan wel zeven leden, waaronder de voorzitter van de Stichting, die tevens voorzitter is van de raad van beheer. De vaststelling van het aantal leden geschiedt door het bestuur van de Stichting, onder goedkeuring van Onze minister. 3. Indien de raad van beheer bestaat uit vijf leden wijzen de bestuursleden, bedoeld in artikel 41, derde lid, twee leden aan, de bestuursleden, bedoeld in het vierde lid van die bepaling, één lid en de bestuursleden, bedoeld in het vijfde lid van die bepaling, één lid. 4. Indien de raad van beheer bestaat uit zeven leden wijzen de bestuursleden, bedoeld in artikel 41, derde lid, drie leden aan, de bestuursleden, bedoeld in het vierde lid van die bepaling, twee leden en de bestuursleden, bedoeld in het vijfde lid van die bepaling, één lid. 5. Onverminderd de in het eerste lid bedoelde verantwoordelijkheid van de raad van beheer kan elk van de leden van dit college afzonderlijk of een aantal leden van dit college gezamenlijk door het bestuur in het bijzonder belast worden met de behartiging van onderdelen van de taak van de raad van beheer».

AA

Het tweede lid van artikel 44 wordt gelezen:

«2. De programmaraden geven, elk op hun gebied, richtlijnen en aanwijzingen ten aanzien van de gezamenlijke programma's ten behoeve van de raad van beheervan de Stichting; de voorbereiding en samenstelling van deze programma's geschiedt, onverminderd het bepaalde in artikel 43, vijfde lid, onder de dagelijkse leiding van de raad van beheer, door de programmastaf van de Stichting, met medewerking van de programmastaven der omroeporganisaties, indien zulks zinvol en mogelijk is. De raden zijn voor de uitoefening van hun taak verantwoording schuldig aan het bestuur van de Stichting».