e. - indien het ontslag is verleend in verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd - een uitkering krachtens de Algemene Ouderdomswet voor zover deze uitkering het in artikel J6 van de pensioenwet bedoelde inbouwbedrag te boven gaat. 8. De uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering bedoeld in het vierde lid, wordt verminderd dan wel - indien het een reeds uitbetaalde uitkering betreft-verrekend met: a. een uitkering krachtens artikel E21, eerste en tweede lid; b. een uit hoofde van de laatstelijk beklede betrekking aan de gewezen belanghebbende toegekend of toe te kennen pensioen krachtens de pensioenwet (daaronder begrepen een aanvulling ingevolge artikel F9, derde lid van die wet); c. een uitkering krachtens titel III van de Wet op de noodwachten; d. inkomsten welke de gewezen belanghebbende inmiddels mocht zijn gaan genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf. In het geval bedoeld onder d. vindt de vermindering dan wel de verrekening slechts plaats zolang de mate van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in vierde lid niet opnieuw is vastgesteld, en wel voor zover de aldaar bedoelde inkomsten tezamen met de uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering de laatstelijk genoten bezoldiging overschrijden. 9. In de gevallen, bedoeld in dit artikel, vinden de artikelen Eli, E12, E13, E14 en E16 waar mogelijk overeenkomstige toepassing. 10. Ter verkrijging van de in dit artikel bedoelde aanspraken richt de gewezen belanghebbende binnen 7 dagen een verzoek tot het bevoegd gezag dan wel tot Onze minister, indien deze zulks heeft bepaald.

Bij overschrijding van deze termijn vervalt de aanspraak gedurende het aantal dagen van deze overschrijding, tenzij de gewezen belanghebbende aantoont, dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest die termijn in acht te nemen.

T. Artikel E19a wordt vernummerd tot artikel E20 en wordt gewijzigd als volgt:

Het opschrift wordt gelezen: Kindertoeslag

U. Artikel E20 wordt vernummerd tot artikel E21 en wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt voor de woorden «in belangrijke mate» gelezen: in overwegende mate. 2. In het derde lid vervalt de zinsnede «dan wel van een niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid te wijten ongeval dat in belangrijke mate zijn oorzaak vond in de aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht». 3. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende: 4. De in de voorgaande leden bedoelde uitkering wordt in voorkomende gevallen verhoogd met een toelage ter vergoeding van de premie die de gewezen belanghebbende over de uitkering en de aldus vastgestelde verhoging verschuldigd mocht zijn op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet.

V. Artikel E21 wordt vernummerd tot artikel E22 en wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid vervalt. 2. Het derde en het vierde lid worden vernummerd in respectievelijk tweede en derde lid. 3. Aan het begin van het tweede lid worden tussen de woorden «onverminderd het» en «eerste lid» ingevoegd de woorden: bepaalde in.