D

De artikelen 6-10 worden gelezen:

Artikel 6

1. Het is verboden: a. een ziekenhuisvoorziening te bouwen zonder vergunning van Onze Minister; b. een ziekenhuisvoorziening te exploiteren, voor zover ten aanzien daarvan is gehandeld in strijd met het onder a bepaalde. 2. Het verbod geldt niet voor uitbreidingen of verbouwingen van een door Onze Minister te bepalen aard, waarvan de kosten een door hem te bepalen bedrag niet te boven gaan, mits daarvan tevoren kennis is gegeven aan Onze Minister. Het desbetreffende besluit wordt in de Staatscourant bekend gemaakt. 3. Het verbod geldt mede niet voorde bouw van academische ziekenhuizen en militaire ziekenhuizen, voor zover deze in een plan voor ziekenhuisvoorzieningen zijn opgenomen.

Artikel 7

1. Een aanvrage om een vergunning, als bedoeld in artikel 6, wordt niet in behandeling genomen, indien niet zijn afgegeven: a. een onherroepelijk geworden verklaring van Onze Minister waaruit blijkt dat de beoogde bouw past in een plan voor ziekenhuisvoorzieningen, behoudens voor zover een zodanige verklaring op grond van artikel 9 niet vereist is, b. een goedkeuring door Onze Minister van het programma van eisen voor de beoogde bouw, indien dit is voorgeschreven op grond van artikel 9, derde lid of artikel 10, zevende lid, c. een goedkeuring door Onze Minister van het schetsontwerp voor de beoogde bouw. 2. De aanvrage om een vergunning dient voorts vergezeld te gaan van bestedingsgerede stukken voor de beoogde bouw, indien dit door Onze Minister is voorgeschreven bij de goedkeuring van het schetsontwerp.

Artikel 8

1. Onze Minister stelt regelen, inhoudende welke gegevens dienen te worden verstrekt bij de aanvrage om een vergunning of een verklaring en bij de toezending van een programma van eisen, een schetsontwerp en bestedingsgerede stukken als bedoeld in artikel 7. Hij kan tevens regelen stellen betreffende de inhoud en de wijze van indiening hiervan. 2. Onze Minister bepaalt de termijn waarbinnen adviezen moeten worden uitgebracht en op aanvragen moet worden beslist. 3. Besluiten krachtens het eerste of tweede lid worden in de Staatscourant bekend gemaakt.

Artikel 9

1. Een verklaring als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, is niet vereist voor de beoogde bouw van ziekenhuisvoorzieningen, behorende tot een door Onze Minister aangewezen categorie. 2. Onze Minister kan in zeer bijzondere gevallen waarin gewichtige belangen daartoe aanleiding geven, bepalen dat een verklaring niet vereist is. Alvorens hiertoe over te gaan wint Onze Minister het advies in van het College en van gedeputeerde staten, bedoeld in artikel 10, eerste lid. De artikelen 11 en 13 zijn van overeenkomstige toepassing.