n. de Rijkssubsidieregeling voor organen van samenwerking, vastgesteld bij de beschikking van Onze Minister van Maatschappelijk Werk van 8 februari 1962, nr. U 88063, Afd. O.M.O., bijvoegsel Stcrt. 58; r. de Rijkssubsidieregeling samenlevingsopbouw, vastgesteld bij de beschikking van Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 28 april 1971, nr. U19140, Dir. Samenlevingsopbouw, bijvoegsel Stcrt. 105, voor zover betreft de delen A tot en met D, F en H van die regeling; z. de Rijksregeling subsidievoorwaarden plaatselijke instellingen voor preventieve gezondheidszorg, vastgesteld bij de beschikking van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 november 1957, nr. 14870, Stcrt. 229, waarbij die instellingen in aanmerking worden genomen die over 1972 werden gesubsidieerd, alsmede de na 31 december 1972 opgerichte instellingen die op grond van deze regeling worden gesubsidieerd; 2°. aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, toegevoegd; ae. de Interim-subsidieregeling voor het kruiswerk, vastgesteld bij de beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en bekendgemaakt aan het Nationaal Centrum voor Kruiswerk en alle provinciale en plaatselijke kruisorganisaties per circulaire van 12 maart 1976, nr. 35647, DG Vgz/MGZ. 3°. na het tweede lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 3. Tot de voorzieningen, aangewezen in het eerste lid onder m, n, r, ab en ac, behoren niet de gemeentelijke bijdragen in de personeelskosten van personen die bij toepassing van de desbetreffende regelingen niet voor de berekening van het rijkssubsidie in aanmerking worden genomen, alsmede de gemeentelijke bijdragen in de personeelskosten voor het gedeelte dat deze kosten uitgaan boven de op grond van genoemde regelingen geldende salarisnormen. C. In artikel 17, tweede lid, wordt na «bezwaarschrift» ingevoegd: is met redenen omkleed en.

ARTIKEL II

1. De wijzigingen genoemd in het vorige artikel, onder A en onder B, 1° voor wat betreft het gestelde onder zen 3°, zijn voor de eerste maal van toepassing met betrekking tot de opgave van de kosten van sociale zorg ingevolge artikel 15, eerste lid, van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 over het dienstjaar 1973. 2. De wijzigingen genoemd in het vorige artikel, onder B, 1° met uitzondering van het gestelde onder zen onder B, 2°, zijn voor de eerste maal van toepassing met betrekking tot de opgave van de kosten van sociale zorg ingevolge artikel 15, eerste lid, van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 over het dienstjaar 1976.