voortbewogen aanhangwagens - met uitzondering van enkele categorieën bijzondere voertuigen zoals landbouwtractoren - hebben de in het Wegenverkeersreglement aangebrachte wijzigingen tevens betrekking op voertuigen die met de voertuigen, waarvoor de Richtlijn geldt, een grote mate van overeenkomst vertonen. Met name gaat het hier om motorvoertuigen op drie wielen, niet zijnde motorvoertuigen op twee wielen met zijspanwagen, en door deze voertuigen voortbewogen aanhangwagens.

Artikelen

Artikel I, onder A

Bij Koninklijk besluit van 24 februari 1977 (Stb. 190) is voor de markering 'van lange lading een vierkant bord met afwisselend rood fluorescerende en witte, diagonale strepen ingevoerd. Gebleken is dat er in de praktijk behoefte aan bestaat dat dit bord ook voor de markering van lading, die vóór of achter het voertuig scherp uitsteekt, kan worden gebruikt. De onderhavige wijziging strekt ertoe zulks mogelijk te maken. De in deze wijziging vervatte nieuwe markeringsregeling maakt overigens-evenals de huidige regelinggeen onderscheid tussen scherp uitstekende delen van de lading en scherp uitstekende delen van het voertuig, zodat het vierkante bord voortaan ook voor de markering van naar voren of naar achteren uitstekende delen van het voertuig zal kunnen worden gebruikt.

Volledigheidshalve zij nog opgemerkt dat voor scherpe delen van de lading of van het voertuig, die aan de zijkanten van het voertuig uitsteken, een rode vlag als enig toegestane markering blijft gehandhaafd.

Artikel I, onder B

Recentelijk hebben de Benelux-landen overeenstemming bereikt over de toelating op eikaars grondgebied van in de andere Benelux-landen ingeschreven motorvoertuigen en daardoor voortbewogen aanhangwagens die zijn uitgerust met een samenstel van twee assen, waarbij de onderlinge afstand van de assen ten minste 1.20 m en minder dan 2 m bedraagt, indien de druk van het samenstel van die assen niet hoger is dan 18.000 kg. Naar verwachting zal de bereikte overeenstemming op korte termijn resulteren in een beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie. De onderhavige wijziging strekt ertoe om thans reeds de nationale voorschriften op deze Benelux-afspraak af te stemmen.

Voorts wordt voor autobussen, die worden gebezigd in de uitoefening van een autobusdienst of van groepsvervoer in de zin van de Wet Autovervoer Personen, de maximaal toegestane druk van een enkele as met twee wielnaven verhoogd van 10.000 naar 11.000 kg. Tegen deze verhoging bestaat noch uit voertuigtechnisch oogpunt noch uit een oogpunt van wegbeheer bezwaar. Vorenbedoelde autobussen rijden over het algemeen, indien zij maximaal worden belast, met lagere snelheden dan andere bedrijfsvoertuigen, terwijl voorts maximale belasting slechts incidenteel - in het algemeen slechts gedurende de spitsuren - voorkomt. De onderhavige verhoging van de maximaal toegestane asdruk opent de mogelijkheid bij gelijk blijvende vervoerscapaciteit een betere geluidsisolatie om de motor aan te brengen.

Artikel I, onder C

De voorgestelde wijziging van artikel 65, aanhef en onder k, strekt ertoe het in die bepaling vervatte verbod van onnodige, scherp uitstekende delen aan voertuigen niet langer te doen gelden voor delen die zijn aangebracht op een grotere hoogte dan 2 m boven het wegdek. Deze beperking vloeit voort uit een Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 25 november 1976 (M(76)37) waarbij de Beschikking M(69)15 inzake bepaalde technische eisen voor motorvoertuigen werd ge-