Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1979

45

Besluit van 31 januari 1979 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 1964, 327)

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.,

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 13 december

1978, Directie Kinderbescherming, Stafbureau Juridische Zaken, nr. 1658/778;

Overwegende, dat hetten einde verhoging van subsidies voor instellingen van kinderbescherming mogelijk te maken, noodzakelijk is het Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 1964, 327) te wijzigen en dat het wenselijk is daarbij een aanvullende voorziening te treffen voor subsidies over 1977;

Gelet op de artikelen 10-14 en 32 van de Beginselenwet voor de kinderbescherming (Stb. 1961,403);

De Raad van State gehoord (advies van 3 januari 1979, no. 9); Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris van 23 januari 1979, Directie Kinderbescherming, Stafbureau Juridische Zaken, nr. 53/779;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Voor de toekenning van subsidies waarop artikel 108 van het Uitvoeringsbesluit kinderbescherming van toepassing is en die betrekking hebben op het tijdvak van 1 januari 1977 tot en met 31 december 1977, of op een gedeelte daarvan, gelden in plaats van de maxima van f 136,75, f 84,45 en f 100,65 gesteld in het eerste lid van dat artikel, onderscheidenlijk de volgende maxima: f 138,12, f 85,47 en f 101,79.

ARTIKEL II

Het Uitvoeringsbesluit kinderbescherming 1 ondergaat de volgende wijzigingen:

In artikel 108, eerste lid, wordt gelezen: onder a, b, d en f in plaats van «f 136,75»: f 147,32; onder c en g in plaats van «f 84,45»: f 91,52; onder e in plaats van «f 100,65»: f 108,81.