NOTA VAN TOELICHTING

De voorbereiding van alle op grond van de Afvalstoffenwet uit te vaardigen algemene maatregelen van bestuur zal mede plaatsvinden in het algemene kader van de Interdepartementale Coördinatiecommissie Milieuhygiëne, waarin bijna alle departementen vertegenwoordigd zijn.

Ten aanzien van bepaalde algemene maatregelen van bestuur is het echter noodzakelijk één of meer departementen nauwer bij het opstellen van de voordracht hiertoe te betrekken. Daartoe is - naast de gevallen waarin die betrokkenheid in de wet zelf is neergelegd (zie de artikelen 27, zevende lid, 28, derde lid, 56, derde lid, en 57, vijfde lid) - in artikel 79 een aparte procedure in de Afvalstoffenwet opgenomen. Op grond van dit artikel wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald dat de voordracht voor algemene maatregelen van bestuur krachtens bij de eerstbedoelde maatregel aangewezen bepalingen van de Afvalstoffenwet door de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne wordt gedaan in overeenstemming met bij diezelfde maatregel aangewezen andere ministers. De algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van artikel 79 bevat derhalve een opsomming enerzijds van bepalingen uit de Afvalstoffenwet en anderzijds van ministers van wie vaststaat dat hun belangen zo specifiek bij de in die bepalingen bedoelde algemene maatregelen van bestuur zijn betrokken, dat het noodzakelijk is dat de voordrachten voor die algemene maatregelen van bestuur in overeenstemming met hen geschieden. Bij de in deze algemene maatregel van bestuur neergelegde regeling wordt nog het volgende aangetekend.

In een aantal situaties zal bij het opstellen van een algemene maatregel van bestuur op grond van een bepaling van de Afvalstoffenwet blijken dat, gezien de inhoud van de te treffen regeling, daarbij belangen in het geding zijn van een minister wiens instemming bij de voordracht niet ingevolge de onderhavige algemene maatregel is vereist. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de opstelling van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 80.

Het belang van de betrokken andere minister zal er in dat geval toe kunnen leiden dat de voordracht voor de algemene maatregel van bestuur in overeenstemming met hem geschiedt, zulks ondanks de omstandigheid dat in de onderhavige algemene maatregel van bestuur de inschakeling van die minister niet is voorzien. De in de algemene maatregel van bestuur gegeven opsommingen dienen derhalve niet als uitputtend te worden beschouwd.

De algemene maatregelen van bestuur op grond van de Afvalstoffenwet zullen op een zodanig tijdstip in de Interdepartementale Coördinatiecommissie Milieuhygiëne aan de orde worden gesteld, dat in de zoëven bedoelde gevallen de andere ministers tijdig bij de verdere voorbereiding worden betrokken.

Waar nodig wordt hieronder per artikel een toelichting gegeven op de in de opsomming opgenomen vermelding van ministers.

Artikel 1, tweede lid. Indien op grond van deze bepaling wrakken van andere categorieën voertuigen worden gelijkgesteld met autowrakken, zal dit tot consequentie hebben dat een eventueel op grond van artikel 57, eerste lid, ingestelde heffing in verband met de verwijdering van autowrakken ook voor deze gelijkgestelde categorieën zal dienen te gelden. Gezien de - in artikel 57, vijfde lid, vastgelegde - betrokkenheid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bij voornoemde heffing is dit departement ook bij artikel 1, tweede lid, vermeld. Artikel2, tweede lid. De algemene maatregel van bestuur die op grond van artikel 2, tweede lid kan worden vastgesteld, zal van invloed kunnen zijn op de inhoud van voor een ieder geldende regels in gemeentelijke verordeningen. Bij de handhaving van deze regels door strafsancties is ook het Ministerie van Justitie betrokken, zodat dit departement mede bij artikel 2, tweede lid is vermeld.