Ook in het Arbeidsovereenkomstenbesluit dient een aanpassing in de ontslagbepalingen te worden aangebracht.

Simpele verwijzing naar het Burgerlijk Wetboek is in verband met de in het Burgerlijk Wetboek gekozen systematiek niet goed mogelijk. In dat systeem wordt de periode van de eerste zes weken na de bevalling gezien als een periode waarin de werkneemster ziek is.

Gedurende deze periode geldt dan een opzeggingsverbod.

Daar het Arbeidsovereenkomstenbesluit geen opzeggingsverbod tijdens ziekte kent zou enkele verwijzing naar het Burgerlijk Wetboek tot gevolg hebben dat opzegging wel mogelijk is gedurende de eerste zes weken na de bevalling. Voorgesteld wordt derhalve een nieuw artikel 57a op te nemen, waarmee materieel eenzelfde bescherming wordt geboden in geval van zwangerschap en bevalling als met het samenstel van bepalingen van het Burgerlijk Wetboek is beoogd te bewerkstelligen.

Het tweede lid van het voorgestelde artikel 57a, heeft, evenals het vijfde lid van artikel 1639 o van het Burgerlijk Wetboek, ten doel te voorkomen dat een beƫindiging van het dienstverband in strijd met het opzeggingsverbod slechts leidt tot de normale schadeplichtigheid van artikel 1639 o, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek.

De voorgestelde sanctie van nietigheid beantwoordt beter aan de strekking van het ontslagverbod, nl. te bereiken dat de werkneemster haar dienstbetrekking behoudt.

Een dergelijke bepaling inzake de nietigheidsinroeping wordt niet in het Algemeen Rijksambtenarenreglement opgenomen, omdat daaraan naar mijn mening geen behoefte bestaat in verband met het stelsel van waarborgen en rechtsgang waarmee de ambtelijke rechtspositie is omgeven.

Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt in het Arbeidsovereenkomstenbesluit het in het eerste lid sub m van artikel 4 bepaalde te schrappen, omdat- afgezien van het discriminatoire karakter dat men erin kan lezen - deze bepaling nog slechts een historisch verband heeft met de Pensioenwet 1922 en in feite haar zin heeft verloren.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. Wiegel