Artikel 96

1. Wanneer artikel 95 toepassing heeft gevonden, nemen gedeputeerde staten een besluit, inhoudende hetzij een verklaring van geen bezwaar tegen de aanleg van de weg, onderscheidenlijk tegen de verlening van de bouwvergunning, hetzij de beslissing dat tot die aanleg, onderscheidenlijk tot die verlening, voorshands niet zal worden overgegaan. 2. In hun besluit, inhoudende een verklaring van geen bezwaar, bepalen gedeputeerde staten de waarden die voor de geluidsbelasting van de gevels der betrokken woningen, vanwege de weg, als de ten hoogste toelaatbare worden aangemerkt, en stellen zij maatregelen vast, strekkende tot het beperken van die geluidsbelasting tot bedoelde waarden. 3. Indien in een geval, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder e, omschreven categorie, gedeputeerde staten bij het geven van een verklaring van geen bezwaar tegen de aanleg van de weg voor de gevels van één of meer in aanbouw zijnde of aanwezige woningen, vallende onder de omschrijving, een hogere geluidsbelasting dan 50 dB(A) als toelaatbaar hebben aangemerkt, treft de gemeenteraad met betrekking tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting, vanwege de weg, binnen de woning bij gesloten ramen 40 dB(A) niet te boven zal gaan. 4. Het besluit van gedeputeerde staten wordt in afschrift aan de gemeenteraad, aan de wegaanlegger of weg beheerder en aan de inspecteur bij aangetekende brief toegezonden.

Artikel 97

1. Een verklaring van geen bezwaar tegen de aanleg van de weg kan niet worden gegeven: a. in een geval, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder e, omschreven categorie: indien de geluidsbelasting, vanwege de weg, van de gevel van één of meer onder die omschrijving vallende woningen 65 dB(A) te boven zou gaan; b. in een geval, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder g, omschreven categorie: indien de geluidsbelasting, vanwege de weg, van de gevel van één of meer onder die omschrijving vallende woningen 60 dB(A) te boven zou gaan. 2. Een verklaring van geen bezwaar tegen de verlening van de bouwvergunning kan niet worden gegeven: a. in een geval, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder f, omschreven categorie: indien de geluidsbelasting, vanwege de weg, van de gevel van de betrokken woning 65 dB(A) te boven zou gaan; b. in een geval, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder g, omschreven categorie: indien de geluidsbelasting, vanwege de weg, van de gevel van de betrokken woning 60 dB(A) te boven zou gaan.

Artikel 98

1. Indien gedeputeerde staten overeenkomstig artikel 96 hebben verklaard dat tegen de aanleg van de weg geen bezwaar bestaat, kan, nadat hun besluit onherroepelijk is geworden, tot die aanleg worden overgegaan. 2. Indien gedeputeerde staten overeenkomstig artikel 96 hebben verklaard dat tegen de verlening van de bouwvergunning geen bezwaar bestaat, wordt, nadat hun besluit onherroepelijk is geworden, de bouwvergunning verleend. 3. Ingeval gedeputeerde staten overeenkomstig artikel 96 hebben beslist dat tot de aanleg van de weg, onderscheidenlijk tot de verlening van de bouwvergunning voorshands niet zal worden overgegaan, wordt artikel 91 terzake alsnog van toepassing.