AFDELING 4. LATERE RECONSTRUCTIES MET BETREKKING TOT BESTAANDE SITUATIES

Artikel 99

1. Indien in een geval, behorende tot één der in artikel 88, eerste lid, onder a t/m d, omschreven categorieën, dat ingevolge artikel 89, eerste lid, aan Onze Minister moet worden gemeld, na het in werking treden van dit hoofdstuk een reconstructie van de weg in overweging wordt genomen, brengt de wegbeheerder zulks, ook indien reeds toepassing is gegeven aan de artikelen 89 en 90, ter kennis van burgemeester en wethouders en Onze Minister. Indien in de reconstructie door vaststelling van een bestemmingsplan zal worden voorzien, delen burgemeester en wethouders zulks mede aan Onze Minister. 2. Na de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt, behoudens het bepaalde in artikel 100, ten aanzien van het betrokken geval alsnog, mede gelet op de beoogde reconstructie, toepassing gegeven aan de artikelen 89, tweede t/m vierde lid, en 90, eerste t/m zevende lid. Zolang dit niet is geschied kan niet tot uitvoering van de reconstructie worden besloten. 3. Bij de toepassing , ter gelegenheid van de reconstructie, van § 1 of 2 van Afdeling 2 wordt met betrekking tot de onder de omschrijving vallende woningen in plaats van § 3 van die Afdeling het terzake krachtens het vorige lid jo. artikel 90 bepaalde in acht genomen. Artikel 90, negende lid, is met betrekking tot de bedoelde woningen van toepassing.

Artikel 100

Onze Minister kan, indien hij, op grond van de mate waarin op het tijdstip van de in artikel 99, eerste lid, bedoelde kennisgeving ten aanzien van het betrokken geval reeds toepassing is gegeven aan artikel 90, van oordeel is dat niet opnieuw op grond van dat artikel een ten hoogste toelaatbare waarde voor de geluidsbelasting, vanwege de weg, alsmede maatregelen tot het beperken van die geluidsbelasting dienen te worden vastgesteld, artikel 99, tweede en derde lid, terzijde stellen. Bij de toepassing van § 1 of 2 van Afdeling 2 op het betrokken geval, ter gelegenheid van de reconstructie, zijn alsdan de terzake geldende bepalingen van § 3 van die Afdeling slechts met dien verstande van toepassing dat: a. voor de toepassing van artikel 84, eerste lid, wordt uitgegaan van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de gevels van de betrokken woningen, zoals deze op grond van artikel 90, tweede lid, ten aanzien van die woningen reeds voordat de reconstructie in overweging werd genomen, was vastgesteld; b. bij de toepassing van artikel 84, tweede lid, tevens de beperking geldt dat voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, vanwege de weg, van de gevels van de betrokken woningen geen hogere waarde dan 70 dB(A) kan worden vastgesteld; c. in plaats van artikel 86, derde lid, met betrekking tot de bedoelde woningen artikel 90, negende lid, van toepassing is.

Artikel 101

1. Indien in een geval, behorende tot één der in artikel 88, eerste lid, onder e t/m g, omschreven categorieën, na het in werking treden van dit hoofdstuk een reconstructie van de weg in overweging wordt genomen, zijn bij de toepassing, ter gelegenheid van de reconstructie, van § 1 of 2 van Afdeling 2 ten aanzien van die onder de omschrijving vallende woningen waarvoor inmiddels met toepassing van artikel 98 een bouwvergunning is verleend, of ten aanzien van alle onder de omschrijving vallende woningen, indien met toepassing van artikel 98 een vergunning voor de aanleg van de weg is verleend, de terzake geldende bepalingen uit § 3 van die Afdeling slechts met dien verstande van toepassing dat: