S 3. Kosten van maatregelen in zones langs wegen in bestaande situaties

Artikel 126

1. Voorzover in de kosten van de maatregelen die met het oog op de beperking van de geluidsbelasting van woningen binnen het langs wegen gelegen gebied, bedoeld in artikel 88, tweede lid, krachtens Afdeling 3 van hoofdstuk VI zijn vastgesteld, niet op andere wijze wordt voorzien, komen deze kosten: a. in gevallen, behorende tot één der in artikel 88, eerste lid, onder a en c, omschreven categorieën: ten laste van het Rijk; b. in gevallen, behorende tot één der in artikel 88, eerste lid, onder b, d en e, omschreven categorieën: ten laste van de wegaanlegger; c. in gevallen, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder f, omschreven categorie, waarbij de weg al aanwezig is, al dan niet in reconstructie: ten laste van het Rijk en de betrokken gemeente, ieder voor de helft, voorzover het maatregelen betreft waarmee Onze Minister heeft ingestemd en overigens ten laste van de betrokken gemeente; d. in gevallen, behorende tot de in artikel 88, eerste lid, onder f, omschreven categorie, waarbij de weg nog in aanleg is, alsmede in gevallen, behorende tot de in dat lid, onder g, omschreven categorie: ten laste van de wegaanlegger en de betrokken gemeente, ieder voor de helft. 2. Tot de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden mede gerekend de kosten, voortvloeiende uit het treffen van de krachtens de Woningwet of Afdeling 3 van hoofdstuk VI van deze wet vereiste maatregelen met betrekking tot de geluidwering van de gevels van de in dat lid bedoelde woningen. 3. Met betrekking tot gebouwen en andere objecten, ten aanzien waarvan bij het in werking treden van hoofdstuk VI toepassing is gegeven aan artikel 82, tweede lid, zijn de voorgaande leden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 127

1. In geval van reconstructie van een weg komen de kosten van de maatregelen, vastgesteld krachtens Afdeling 4 van hoofdstuk VI, voorzover deze kosten verband houden met de reconstructie, ten laste van de wegaanlegger. 2. In afwijking van het eerste lid komen de kosten van maatregelen, verband houdende met een reconstructie, in overweging genomen na het in werking treden van hoofdstuk VI, in gevallen, behorende tot één der in artikel 88, eerste lid, onder a of c, omschreven categorieën, ten laste van het Rijk, tenzij op het tijdstip van de kennisgeving van de voorgenomen reconstructie aan Onze Minister krachtens artikel 99, eerste lid, voor dat geval reeds maatregelen krachtens artikel 90, zesde lid, waren vastgesteld. 3. Artikel 126, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 128

1. Indien een wegaanlegger, onderscheidenlijk wegbeheerder, of een gemeente zich ten gevolge van de toepassing van artikel 126 voor kosten ziet gesteld, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoren te blijven, kan Onze Minister, na overleg met de andere betrokken Ministers, hem, voorzover op andere wijze in een redelijke vergoeding niet is of kan worden voorzien, op diens verzoek een naar billijkheid te bepalen vergoeding toekennen. 2. In de gevallen, bedoeld in artikel 126, eerste lid, onder b en d, wordt bij de beoordeling van een verzoek van de wegaanlegger om vergoeding als bedoeld in het eerste lid het stadium waarin de aanleg van de weg verkeerde op de in die bepalingen bedoelde tijdstippen in het bijzonder in aanmerking genomen. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter zake van de bij toekenning van vergoedingen te hanteren maatstaven nadere regels worden gesteld.