b. de ambtenaar, die in werkelijke dienst is op grond van een verbintenis bij de nationale reserve; c. de ambtenaar, die overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 31 der Dienstplichtwet een vrijwillige verbintenis sluit dan wel vrijwillig in militaire dienst blijft of opkomt; d. de ambtenaar, die als militair in werkelijke dienst is op grond van een verbintenis bij het reservepersoneel der krijgsmacht; e. de ambtenaar, die op grond van een andere bijzondere verbintenis in werkelijke militaire of daarmede gelijk te stellen dienst is, ter zake waarvan Wij zulks hebben bepaald. 2. Wij behouden Ons voor met betrekking tot de uitvoering van het eerste lid nader regelen te stellen.

Artikel 31

Ontslag ambtenaar in tijdelijke dienst tijdens militaire dienst

Op de ambtenaar, die in tijdelijke dienst is aangesteld, zijn de bepalingen, vervat in de artikelen 25 tot en met 30, slechts van toepassing tot en met de dag, waarop de burgerlijke betrekking zou zijn beƫindigd, indien hij daaraan niet door de militaire dienst zou zijn onttrokken.

Artikel 32

Bezoldiging bij dienst als noodwachter

1. De ambtenaar, die als noodwachter in werkelijke dienst is, wordt geacht met verlof te zijn. 2. De in het voorgaande lid bedoelde ambtenaar blijft gedurende het aldaar bedoelde verlof, onverminderd het bepaalde in artikel 122, in het genot van de aan zijn ambt verbonden bezoldiging, met dien verstande, dat deze bezoldiging, indien het verlof langer dan 14 dagen duurt, voor de verdere duur van het verlof wordt verminderd met de beloning, waarop de ambtenaar als noodwachter aanspraak heeft. 3. De in het voorgaande lid bedoelde vermindering wordt slechts toegepast tot een zodanig bedrag, dat de ambtenaar in het genot blijft van een bedrag gelijk aan het op hem te verhalen gedeelte van de pensioenbijdrage. 4. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing indien de ambtenaar de werkelijke dienst als noodwachter vervult tijdens een aan hem verleend vakantieverlof. 5. Het bepaalde in artikel 31 is voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 6. Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, die op grond van een verbintenis als vrijwilliger in de zin van artikel 2, eerste lid, onder a. of b. van de Rechtstoestandsregeling reserve-politie (Stb. 1964, 473) of van een overeenkomstige verbintenis, als bedoeld in de artikelen 53 en 54 van die regeling dan wel op grond van een verbintenis als monumentenwachter in de zin van het Besluit Monumentenwacht (Stb. 1964,477) in werkelijke dienst is.

Artikel 33

Voor de toepassing van de artikelen 25 tot en met 32 wordt onder bezoldiging mede verstaan de kindertoelage, toegekend ingevolge de Kindertoelageregeling overheidspersoneel.

Hoofdstuk IV. Dienst-en Werktijden

Artikel 34

Werktijdregeling

1. Met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en van het bepaalde in of krachtens wetten, houdende voorschriften tot beperking van de arbeidsduur, stelt het tot aanstelling bevoegd gezag voor de ambtenaren werktijdregelingen vast. Onder werktijdregeling wordt verstaan een voor een periode