bij talloze cursussen, vormingsactiviteiten, opbouwactiviteiten is, terwille van informatie-overdracht en het overdragen van deskundigheden en vaardigheden, de aanwezigheid van beroepskrachten (vakkrachten) onontbeerlijk.

Ook zal de opvang van bepaalde categorieën of groepen soms noodzaken tot professionele begeleiding: het meest duidelijk treedt dit aan het licht bij diverse activiteiten voor jeugdigen.

Met het vorenstaande zijn aandachtspunten voor gemeentelijk beleid geformuleerd welke niet leiden tot een afzonderlijke toetsing door de rijksoverheid, maar waarmede echter wel de intentie van deze regeling wordt weergegeven.

Lid 5

Opvang van en hulp aan groepen en individuen kan worden «geïntegreerd» in de sociaal-culturele activiteiten, indien blijkt dat aanvullende voorzieningen noodzakelijk zijn om mensen te steunen ofte stimuleren bij hun deelname aan die activiteiten.

Het kan hierbij gaan om het «verlagen van de drempels»: in letterlijke zin het treffen van aangepaste voorzieningen voor gehandicapten, maar ook in overdrachtelijke zin het stimuleren en motiveren tot deelname, bijvoorbeeld door opbouwwerk, maar ook door individuele studiehulp en begeleiding.

Daarnaast kunnen bij de uitvoering van sociaal-culturele activiteiten bij individuele deelnemers of groepen vragen en problemen naar voren komen, die de inschakeling van andersoortige hulp of ondersteuning noodzakelijk maken.

Hoewel in eerste instantie moet worden getracht bestaande vormen van hulp- en dienstverlening in te schakelen en te attenderen op de gesignaleerde problemen, zal het in bepaalde situaties gewenst zijn-terwille van de continuïteit in de begeleiding - aparte voorzieningen te treffen binnen de sociaal-culturele activiteiten.

Het gaat hierbij evenwel om een «hulpfunctie» bij de sociaal-culturele activiteiten. Het is derhalve bepaald niet de bedoeling, dat de sociaal-culturele activiteiten op deze wijze taken van de sociaal-medische dienstverlening overnemen.

Artikel 3

De in dit artikel omschreven steunfunctie is betrekkelijk globaal afgebakend.

Zoals in de inleiding is aangegeven, behoeft de nadere uitwerking van de steunfunctie, zowel naar inhoud alsook naar de onderscheiden verantwoordelijkheid van de verschillende bestuurslagen ter zake nog nadere uitwerking. Voorshands zijn instellingen welke mede een taak vervullen op het terrein van de steunfunctie buiten de werkingssfeer van de regeling gehouden (zie ook artikel 33, tweede lid).

Artikel 4

De beperking, dat de rijksbijdragen slechts kunnen worden verstrekt voor zover de wetgever gelden beschikbaar stelt, betekent dat slechts op basis van de vastgestelde begrotingen van het departement van CRM definitieve rijksbijdragen kunnen worden toegezegd en uitgekeerd.

Onder voorbehoud van vaststelling van de begroting zal echter vooraf (zie artikel 29, lid 1) aan gemeenten mededeling worden gedaan van de te verwachten rijksbijdrage.

Doordat vooraf globaal bekend is welke rijksbijdrage kan worden verwacht, kunnen gemeenten hiermede bij de opstelling van hun definitieve jaarprogramma rekening houden.

De rijksbijdrage wordt evenwel niet uitgekeerd als gemeenten niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden (onder meer: indiening van plan en programma; zie overigens het gestelde in de inleiding paragraaf 5 ten aanzien van de toetsingscriteria).