Artikel 16

De leden der rederij moeten naar evenredigheid van hun aandeel bijdragen tot de uitgaven der rederij, waartoe bevoegdelijk is besloten.

Artikel 17

De leden der rederij delen in de winst en het verlies naar evenredigheid van hun aandeel in het schip.

Artikel 18

1. Is een boekhouder aangesteld, dan is hij, onverminderd artikel 8.5.1.1 eerste lid en met uitsluiting van ieder ander, in alles wat de normale exploitatie van het schip medebrengt, bevoegd voor de rederij met derden te handelen en de rederij te vertegenwoordigen. 2. Indien de rederij in het handelsregister is ingeschreven kunnen beperkingen van de bevoegdheid van de boekhouder aan derden niet worden tegengeworpen, tenzij deze beperkingen uit dat register blijken. Is de rederij niet in het handelsregister ingeschreven, dan kunnen beperkingen van de bevoegdheid van de boekhouder aan derden slechts worden tegengeworpen, wanneer hun die bekend waren. 3. De boekhouder heeft alle verplichtingen na te komen, die de wet de reder oplegt.

Artikel 19

De aanstelling van de boekhouder en het eindigen van diens betrekking Kunnen aan derden, die daarmede niet bekend zijn, niet worden tegengeworpen, zolang niet aantekening daarvan in het handelsregister heeft plaatsgehad.

Artikel 20

Indien er geen boekhouder is, alsmede in geval van ontstentenis of belet van de boekhouder, wordt de rederij vertegenwoordigd en kan voor haar worden gehandeld door een of meer harer leden, mits alleen of tezamen eigenaars zijnde van meer dan de helft van het schip. Handelingen, die geen uitstel kunnen lijden, kunnen zo nodig door ieder lid zelfstandig worden verricht. leder lid is bevoegd ten behoeve van de rederij verjaring te stuiten.

Artikel 21

Voor de verbintenissen van de rederij zijn haar leden aansprakelijk, ieder naar evenredigheid van zijn aandeel in het schip.

Artikel 22

De rederij wordt niet ontbonden door de dood van een harer leden noch door diensfaillissement, plaatsing ter zake van krankzinnigheid in een gesticht of plaatsing onder curatele.

Artikel 23

Het lidmaatschap der rederij kan niet worden opgezegd; evenmin kan een lid van het lidmaatschap der rederij worden vervallen verklaard.

Artikel 24

Indien tot ontbinding der rederij is besloten, moet het schip worden verkocht. Een besluit of een ingevolge artikel 8.3.1.11, artikel 8.3.1.14 of artikel