heeft de afzender geen ander recht dan betaling van de in artikel 8.5.2.15 genoemde of de met toepassing van artikel 8.5.2.11 overeengekomen bedragen te vorderen.

Artikel 15

1. Tenzij de aard en de waarde van zaken zijn opgegeven door de afzender vóór hun inlading en deze opgave in het cognossement, indien dit is afgegeven, is opgenomen, is noch de vervoerder noch het schip in enig geval aansprakelijk voor enig verlies van of enige schade aan de zaken of met betrekking tot deze voor een bedrag hoger dan de tegenwaarde van 10 000 franken per collo of eenheid, dan wel 30 franken per kilogram brutogewicht der verloren gegane of beschadigde zaken, waarbij het hoogste dezer bedragen in aanmerking moet worden genomen. 2. Het totale verschuldigde bedrag wordt berekend met inachtneming van de waarde welke zaken als de ten vervoer ontvangene zouden hebben gehad zoals, ten tijde waarop en ter plaatse waar zij hadden moeten zijn afgeleverd. Dit bedrag wordt, indien de zaken worden afgeleverd, verminderd met hun waarde, zoals, ten tijde waarop en ter plaatse waar zij zijn afgeleverd, te berekenen met inachtneming van artikel 8.5.2.16; dit bedrag wordt tevens verminderd met hetgeen is bespaard. De in dit lid eerstgenoemde waarde wordt berekend met inachtneming van de koers op de goederenbeurs of, wanneer er geen dergelijke koers is, met inachtneming van de gangbare marktwaarde of, wanneer ook deze ontbreekt, met inachtneming van de normale waarde van zaken van dezelfde aard en hoedanigheid. 3. Wanneer een laadkist, een laadbord of dergelijk vervoergerei is gebezigd om zaken bijeen te brengen, wordt iedere collo of eenheid, die volgens vermelding in het cognossement in dat vervoergerei is verpakt, beschouwd als een collo of eenheid als in het eerste lid bedoeld. Behalve in het geval hiervoor omschreven wordt dit vervoergerei als een collo of eenheid beschouwd. 4. Onder frank wordt verstaan een eenheid, bestaande uit 65,5 mg goud van een gehalte van 900/1000ste fijn. Deze frank wordt omgerekend in Nederlands geld naar de koers van de dag, waarop de betaling wordt verricht. 5. Noch de vervoerder noch het schip kan zijn aansprakelijkheid met een beroep op dit artikel of het vierde lid van artikel 8.5.2.33 beperken, wanneer bewezen is, dat de schade is ontstaan uit een handeling of nalaten van de vervoerder, geschied hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met het bewustzijn dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien. 6. Bij overeenkomst tussen de vervoerder, de kapitein of de agent van de vervoerder enerzijds en de afzender anderzijds, mogen andere maximumbedragen dan die, genoemd in het eerste lid, worden bepaald, mits deze bedragen in geval van een vervoerovereenkomst onder cognossement niet lager zijn dan de in het eerste lid genoemde. 7. Noch de vervoerder noch het schip is in enig geval aansprakelijk voor verlies of schade van of aan zaken of met betrekking tot deze, indien de afzender de aard of de waarde der zaken bewust onjuist heeft opgegeven.

Artikel 16

Indien met betrekking tot een zaak hulploon, een bijdrage in avarij-grosse of een schadevergoeding uit hoofde van artikel 8.5.2.58 is verschuldigd, wordt deze aangemerkt als een waardevermindering van die zaak.

Artikel 17

1. De tijd- of reisbevrachter is bevoegd de overeenkomst op te zeggen, wanneer hem door de vervrachter is medegedeeld dat het schip niet op de overeengekomen plaats of tijd te zijner beschikking is of zal kunnen zijn.