schip is gelegd, kan zijn aansprakelijkheid beperken voor vorderingen ter zake van a. dood of letsel van enige met het schip vervoerde persoon; b. verlies of beschadiging van zaken aan boord van het schip; c. dood of letsel van enige andere personen, te land of te water, dan wel verlies of beschadiging van andere zaken, dan wel inbreuk op enig recht, indien deze schade is veroorzaakt door een handeling, onachtzaamheid of nalatigheid hetzij van enige zich aan boord bevindende persoon, voor wie hij aansprakelijk is, hetzij van enige andere zich niet aan boord bevindende persoon, voor wie hij aansprakelijk is, doch in dit laatste geval slechts, wanneer de schadeveroorzakende handeling dan wel onachtzaamheid of nalatigheid werd gepleegd bij de navigatie of behandeling van het schip, bij het laden, het vervoer of het lossen van zijn lading dan wel bij de inscheping, het vervoer of de ontscheping van zijn reizigers; d. verbintenissen, voortvloeiend uit wettelijke bepalingen nopens het verwijderen van wrakken en verband houdend met het vlotbrengen, verwijderen of vernietigen van een gezonken, gestrand dan wel verlaten schip, dan wel van enige zaak aan boord van zulk een schip; e. verbintenissen, voortvloeiend uit het veroorzaken van schade door een zeeschip aan kunstwerken van havens, aan dokken of waterwegen. 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid komt de aldaar genoemde personen eveneens toe, wanneer zij zonder bewijs van schuld aansprakelijk zijn en deze aansprakelijkheid voortvloeit uit hun eigendom of bezit van het schip of uit het feit, dat dit onder hun hoede of toezicht is. Bovendien komt zij de reder van het schip toe, wanneer een vordering, waarvoor hij niet aansprakelijk is, op het schip kan worden verhaald. 3. De in dit artikel bedoelde bevoegdheid komt eveneens toe aan de kapitein, de andere leden van de bemanning en andere ondergeschikten van de in het eerste lid genoemde personen, voor zover zij gehandeld hebben in de uitoefening van hun werkzaamheden. 4. Wanneer de in het eerste of derde lid genoemde personen gerechtigd zijn tegen een schuldeiser een vordering geldend te maken terzake van schade die voortkomt uit hetzelfde voorval, zullen de respectieve vorderingen met elkaar worden verrekend en wordt de beperking van de aansprakelijkheid toegepast op het daarna mogelijkerwijs overblijvende saldo.

Artikel 2

De in artikel 8.7.1 bedoelde beperking kan niet worden toegepast op

a. vorderingen uit hoofde van hulpverlening, dan wel b. vorderingen voor bijdrage in avarij-grosse.

Artikel 3

1. De in artikel 8.7.1 genoemde personen kunnen hun aansprakelijkheid niet beperken voor vorderingen ter zake van schade welke door hun persoonlijke schuld is veroorzaakt. 2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel kan de kapitein of een ander lid der bemanning ook in het daar genoemde geval zijn aansprakelijkheid beperken. Wanneer hij echter tevens is reder, bevrachter, huurder of andere gebruiker of degene, in wiens handen de exploitatie van het schip is gelegd, vindt de eerste zin van dit lid slechts toepassing, wanneer hij in zijn hoedanigheid van kapitein of lid der bemanning de schade veroorzaakte.

Artikel 4

1. Het bedrag, waartoe de in artikel 8.7.1 bedoelde aansprakelijkheid van een of van verscheidene der in dat artikel genoemde personen gezamenlijk kan worden beperkt, beloopt voor ieder voorval naar aanleiding waarvan hun aansprakelijkheid is ontstaan