4. De stembus of de stemmachine wordt in het stembureau aan de burgemeester of aan een daartoe door hem aangewezen ambtenaar ter bewaring overgedragen. De stembus of de stemmachine kan worden overgebracht naar een door de burgemeester aangewezen ruimte. 5. De burgemeester draagt zorg voor de opslag, bewaring en beveiliging van de stembus dan wel stemmachine.

Artikel 39d

1. De burgemeester wijst een ruimte aan, alwaar het stembureau de uitslag van de in het stemdistrict gehouden stemming zal vaststellen. Hiervan doet hij op de dag der stemming openbare mededeling. Artikel I 38, eerste en tweede lid, der Kieswet is van overeenkomstige toepassing. 2. Om tien uur des morgens op de dag, na die waarop de stembussen in de lid-staat, waar de kiezers het laatst hun stem hebben uitgebracht, zijn gesloten, heropenen de stembureaus de zitting. De burgemeester of een daartoe door hem aangewezen ambtenaar draagt vervolgens de ingevolge artikel 39c, vierde lid, overgedragen verzegelde stembus of verzegelde stemmachine weer over aan het betrokken stembureau. 3. Het stembureau verbreekt de zegels en opent de stembus of ontsluit de ruimte van de stemmachine, waarin de telwerken zich bevinden, waarna het stembureau overgaat tot vaststelling van de uitslag der stemming. 4. Nadat de in de artikelen L 9 en L 10 der Kieswet genoemde werkzaamheden zijn beƫindigd, wordt van de stemopneming aanstonds proces-verbaal opgemaakt. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld. Het proces-verbaal wordt door alle leden van het stembureau getekend. 5. Op het proces-verbaal, bedoeld in het vierde lid, alsmede op de in artikel L 9 der Kieswet bedoelde verzegelde pakken wordt vervolgens het nummer van het stemdistrict aangebracht. 6. Het proces-verbaal, bedoeld in het vierde lid wordt met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel L 9 der Kieswet, dan wel de verzegelde enveloppe, bedoeld in artikel L 10 der Kieswet, door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid van het stembureau naar de burgemeester of een door deze aan te wijzen ambtenaar overgebracht. 7. De burgemeester zorgt dat de processen-verbaal onverwijld naar de voorzitter van het hoofdstembureau worden overgebracht. 8. De vorm en de inrichting van de in het vierde lid en in artikel 39c, eerste lid, bedoelde processen-verbaal worden geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel 39e

1. Het hoofdstembureau houdt op de zesde dag na die der stemming des voormiddags om tien uur een zitting. 2. Is te voorzien, dat de processen-verbaal alsdan nog niet alle naar de zetel van het hoofdstembureau kunnen zijn overgebracht, dan wordt de zitting door de voorzitter bij een met redenen omkleed besluit uiterlijk tot op de zevende op de dag der stemming volgende dag, op een door hem te bepalen uur, verdaagd. De voorzitter zendt ten spoedigste bericht van de verdaging aan het centraal stembureau.

Artikel II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.